c DE LEGERINGSGEBIEDEN VAN DE HOOFDONDER-
DEELEN VAN HET DET.Z. r)
M.h.o. op de verpleging worden de onderdeelen z.v.m. nabij
den marschweg gelegerd.
De rechtstreeksche beveiliging der onderdeelen m.u.v de ai
in voorste lijn, heeft plaats door kantonnementswachten.
De afdn. in voorste lijn beveiligen zich door gevechtsvoorposten.
De legering heeft als volgt plaats (van o. naar w.)
Inf. XI met toeg. onderdeelen:
in en achter de in te nemen lijn,
1 cie-Inf XII: PASIRGAOK 2 (C 2),
Vk Det TJAMPEA 2 (C 2),
Inf XII (min 1 cie.) TJAMPEA 3 - BODJONGRANGKAS
2 (C 3),
jyj "L kpg. z. van TJIBADAK (B 3)
LEUWEUNGKOLOT 1 en terrein n.
daarvan (B 3),
st_x R L LEUWEUNGKOLOT 2 (B 3),
Inf XIV- langs den marschweg pl. 11 P1- 12
(B 3 A 4),
1 sie. pi. legert bij Inf. XII,
1 V.P.A. en 1/3 T.A. bij Inf. XIV.
BTn bii de onderdeelen; die van de afdn. in voorste lijn
worden na afloop van de verpleging achterwaarts vereemg
349
b Aangezien geen kaart is bijgevoegd volstaan wij met een opsomming
van de legeringsgebieden.