uit hun wensch de veiligheid van de Pinghan-baan en het verdere Hopei te verzekeren. Zijn de gewichtigste punten in het bergland van Shansi bezet, dan zijn de vele invallen in Hopei, waarvan zij tot nu toe te lijden hadden, voorbij. Dit offensief belet ook de daar aanwezige Chineezen iets te ondernemen tegen de Japansche troepen op den Noordoever van de Gele rivier in Honan. Indien de Japanners inderdaad ernstig beoogen in de buurt van Tsingyang (Kwaying) de Gele rivier te overschrijden met het doel op te rukken in de richting van Hankow (500 km Zuidwaarts van Chengchow), dan zullen zij hebben te vechten in een van de moeilijkste operatie-terreinen ter wereld, zooals uit de bijgaande foto's (welke tusschen Siaoyi en Szeshui genomen zijn) moge blijken. In dit loeschgebied met zijn diep ingesneden wegen en dalen met steile, bijna loodrechte wanden zijn militaire onder nemingen ongelooflijk moeilijk. Alle wegen zijn meters diep ingesneden. De dorpen liggen onder den grond. Zich te verplaatsen dwars door het terrein is bijkans onmogelijk zelfs voor enkele individuen. Men zegt, dat hier de Chineezen het kompas hebben uitgevonden om niet te verdwalen. Daarom schijnen beslissende ondernemingen W. van Szeshui onwaarschijnlijk zelfs voor de zoo uiterst mobiele Japansche colonnes. Meer naar het Oosten daarentegen eigent het land zich uitstekend voor militaire opera- tiën. Het is flauw golvend en weinig begroeid met opgaand hout. Men spreekt hier veel over de ongedisciplineerdheid der Japansche troepen. Een paar dagen geleden meldden de dagbladen, dat de brigadier-generaal John C. Beaumont, commandant van de 6th Marines, in een interview bij aankomst te Manilla van Shanghai zou hebben gezegd, dat „the discipline among the Japanese soldiers was poor and this was probably the reason of the recall of general Matsui". Deze meening wordt door velen hier gedeeld, doch wij behooren niet daartoe. Wij gelooven niet, dat de discipline „poor" is. Wat aanleiding geeft tot deze meening is het optreden van de Japansche militairen na de inname van Nanking in die stad, en de behandeling, welke de Europeanen (en Amerikanen) ondervinden van de zijde van Japansche mili tairen, wanneer zij daarmede in aanraking komen. In het laatste geval is bijna steeds de klacht, dat passen door de Japanners verstrekt, niet erkend worden. Het is natuurlijk een bron van groote ergernis en teleurstelling, wanneer een als regel na veel moeite en tijdverlies verworven pas tenslotte nog de verkeerde blijkt te zijn. Er zijn toch vele autoriteiten, die passen verstrekken, de civiele, die der landmacht en die der marine. En geen dezer autoriteiten schijnt de passen der andere te erkennen. Dat dit niet getuigt van éénhoofdige leiding is een andere zaak, maar het heeft met de discipline in den troep niets uit te staan. Het andere geval geldt de incidenten met de buitenlandsche rivierkanonneerbooten, de Panay, de Ladybird, e.a. Ook hierin 355

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 45