minder nauwkeurig, zoodat de constructeur hieraan als regel niet
de voorkeur zal geven.
Het nomogram B heeft in het groote middenveld een dubbele
iijnenschaar. Opdat nu het veld van teekening niet te onover
zichtelijk worde x)is het niet alleen gewenscht de afstanden
tusschen de lijnen onderling ruim te houden, maar ook is
men min of meer gedwongen, de overige lijnenscharen te
vervangen door becijferde lijnen. Kap. M. tracht dezen nood op
meerdere plaatsen als een voordeel voor te stellen. Houden we
echter het bovenstaande bij onze vergelijking voor oogen, dan
zien we dat, wat het aantal lijnenscharen en bewerkingen betreft,
beide nomogrammen volkomen gelijk zijn
Resumeerend
Evenveel lijnenscharen, evenveel inpassingen, dus gelijk in
bewerkingsduur, doch Bij het nomogram B zijn twee der lijnen
scharen sterk gekromd, en toevallig wordt juist hierbij het eind
resultaat in sterke mate beïnvloed.
Ten slotte mogen we nog enkele opmerkingen maken naar
aanleiding van de critiek van Kap. M.
Ie. De convergentie der scharen is in nomogram A minder dan
bij B, behalve wat betreft veld II.
Mocht dit inderdaad een nadeel zijn hetgeen wij sterk
betwijfelen dan kan dit veld zonder eenig bezwaar
worden verbreed.
2e. De ruitverdeeling voor de zonshoogten heeft in A een
begrenzing van 5 %o 18' °P 8 mm, in B is deze grens
slechts 10', doch in den bestaanden vorm op 1,6 mm.
363
nomogram A
Linkerveld: (I)
één schaar rechte lijnen (nagenoeg
niet convergeerend) voor de geograf.
breedten en één schaar cirkelvor
mige lijnen (straal 58 100 cm
zonder bezwaar als recht te beschou
wen.)
Benedenveld: (II)
twee scharen rechten, voor declinatie
en hoogten, waarvan één schaar
convergeerend.
Middenveld:
één schaar rechten en één overdracht
van afstand.
nomogram B
Benedenveld:
één schaar cirkelvormige lijnen,
straal 0 24 cm voor de declinatie
en één schaal convergeerende rechte
lijnen voor de geograf. breedte (niet
getrokken)
Middenveld:
één schaar rechte lijnen voor de
hoogten en één schaar elliptische
lijnen voor de azimuts.
Bovenveld:
één schaar niet geteekende conver
geerende rechte lijnen voor de geo
graf. breedten en één overdracht
van afstand.
Zie I. M. T. 1937 Nr. 3, blz. 211, regel 10-12 v.b.