Zijne Exc. van Dijk merkte ten slotte m.b.t. Ned. vliegtuig industrie het volgende op 382 zeer gevaarlijke en moeilijke omstandigheden van dit oogenblik een voorziening, die leidt tot bestendiging van den toestand van zwakte in de Indische wateren. Ik kan dien kruiser ook nu niet beschouwen als een vervangenden kruiser. Ik blijf dien kruiser beschouwen als een schip, dat te vroeg wordt aangebouwd, want ik neem nog niet aan en ik heb dit den Minister ook niet met stelligheid hooren verklaren dat, als de nieuwe kruiser gereed is, de Sumatra onmiddellijk uit de vaart zal worden genomen. Gedurende een aantal jaren zal dus vermoedelijk het aantal kruisers met één vermeerderd zijn. Ik acht het psycholo gisch onmogelijk, dat de voorstanders van uitbreiding van de zee gaande vloot dan weer tot het kleinere aantal kruisers zullen willen terugkeeren. Het is mijn overtuiging, dat het met deze zaken dien kant niet uit moet. Ik meen, dat men met de oplossing van het marinevraagstuk een andere richting uit moet, die ik heb aangewezen. Wanneer men zulke aanwijzingen geeft, kan men dwalen, maar men mag dan niet blootstaan aan de beschuldiging van afbrekende critiek uit te oefenen. Mijnheer de VoorzitterIk constateer, dat de heer Tilanus heeft erkend, dat de vloot, zooals zij nu zal worden georganiseerd, van onvoldoende sterkte is. Ik constateer, dat die geachte afgevaardigde heeft gezegd indien er geen financieele bezwaren tegen waren, zou ik meegaan met de denkbeelden van den heer de Marchant et d'Ansem- bourg. Dit is de erkenning, dat wat wij nu op het water brengen een apparaat is van onvoldoende sterkte. Ik meen, dat wij nooit anders kunnen dan een vloot van onvoldoende sterkte op de zee brengen. Daarom meen ik juist, dat de oplossing van het vraagstuk van de bescherming en de verdediging van Nederlandsch-Indië niet moet worden gezocht in den bouw van groote schepen, maar in de ver sterking van het luchtwapen. Al wat mogelijk is wordt in het werk gesteld om de Nederlandsche vliegtuigindustrie zooveel mogelijk orders te geven, ten einde haar ook voor oorlogsperioden geschikt en gereed te doen zijn om ons in dit opzicht te dienen. Er is een samenwerking van de Nederlandsche vliegtuigindustrieën tot stand gekomen, die zich tot de Regeering hebben gewend. De Regeering is met haar in overleg getreden. Er is een accoord betref fende de wederzijdsche verplichtingen ontworpen, dat wel spoedig zijn beslag zal krijgenintusschen wordt reeds bij de bestellingen gehandeld, alsof het reeds was tot stand gekomen. De geachte afgevaardigde moet echter niet verwachten, dat altijd zonder meer alle opdrachten bij de Nederlandsche industrie kunnen worden geplaatst. Het geval zal zich b.v. kunnen voordoen, dat een bepaald vliegtuigtype, hetwelk in het buitenland is ontwikkeld en waarvan de resultaten buitengewoon gunstig zijn, ook hier gewenscht is dan zal het noodig kunnen zijn, eerst een serie in het buitenland te laten bouwen en daarna zoo mogelijk gebruik te maken van licenties om ze verder door de Nederlandsche industrie te laten vervaardigen. Wij hebben op het oogenblik voor onze landmacht echter het stand punt kunnen innemen, van de types vliegtuigen, die in den kring Handelingen 2 blz. 697.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 74