384
Bijvoorbeeld werden in 1904 de Japansche troepentransporten beschermd
door de blokkade van het Russische eskader in Port Arthur door de
Japansche vloot. De transporten van Australische en Nieuw-Zeelandsche
troepen over den Indischen Oceaan tijdens de Emden-periode werden
beschermd door een kruiser-escorte. Zoo ook de eerste transporten van
Canadeesche troepen over den Atlantischen Oceaan.
Onder general cover meet worden verstaan de indirecte bescherming,
welke wordt verkregen door de vloot zoodanig op te stellen, dat een ontmoe
ting met aanvallers van het te beschermen transport is verzekerd, voordat
bedoelde aanvallers zich na verrichten aanval in hun basis in veiligheid
hebben kunnen brengen.
In de practijk zal doorgaans een combinatie van de verschillende bescher
mingsmethoden worden toegepast. Bijvoorbeeld werden de Engelsche
troepentransporten over het Kanaal tijdens den wereldoorlog beschermd
door een escorte voor het afwijzen van duikbootaanvallen, door de Dover
Patrol (full cover tegen de in de Vlaamsche havens ondergebrachte torpedo
jagers) en door de Grand Fleet (general cover voor het geVal de Hoch See
Flotte mocht uitloopen). Het zou onverantwoordelijk zijn voor sterke
transporten met general cover te volstaan.
In zijn beschouwingen over den handelsoorlog, spreekt de schrijver van
„terminal areas" en „focal areas", zijnde die zeegebieden, waar de scheep
vaart zich moet samenpakken, hetgeen het geval is nabij de begin- en
eindhavens en nabij nauwe straten en binnenzeeën. In deze gebieden zal
een „commerce raider" grootere buit kunnen oogsten dan op de open zee,
waar de vijandelijke scheepvaart kan uitwijken door de normale route te
verlaten.
Er zijn twee methoden om de eigen scheepvaart te beschermen. Ten eerste
de methode, waarbij eigen schepen de terminal en focal areas bekruisen,
teneinde vijandelijke schepen aldaar op te zoeken en te bestrijden. Dit z.g.
„cruising-system" vergt een groot aantal schepen, in het bijzonder tegen
onderzeebooten. Niet minder dan 20 schepen zijn op zoek geweest naar de
Emden 50 naar het eskader Von Spee. Terwijl het aantal Duitsche duik-
booten, dat in den wereldoorlog tegelijkertijd in actie was, gemiddeld 20
bedroeg, waren er niet minder dan 2000 torpedojagers en hulpschepen in
touw voor hunne bestrijding.
De andere methode bestaat uit het vormen van convooien, welke door
een escorte van oorlogsschepen worden begeleid. Ook aan het convooi-
systeem zijn nadeelen verbonden de capaciteit van de handelsscheepvaart
wordt minder, doordat de schepen bij vertrek en aankomst op elkander
moeten wachten en zich tijdens de vaart moeten regelen naar het lang
zaamste schip.
Van beide methoden bleek het convooi-systeem de beste bescherming te
geven. In 1918 waren meer dan 2000 Britsche schepen op „cruising duty",
terwijl ongeveer 200 als convooi-escorte werden gebruikt. Gedurende dat jaar
brachten de 2000 eerstgenoemde schepen 29 duikbooten tot zinken, de 200
laatsgenoemde 12. Het was voornamelijk door de invoering van het convooi-
systeem in 1917, dat de onbeperkte duikboot-oorlog kon worden bedwongen.
Het geheele systeem van bescherming van de handelsscheepvaart zou
echter als een kaartenhuis instorten, indien der vijandelijke vloot vrijheid
werd gelaten de voor de handelsbescherming ingezette en verspreid optre
dende oorlogsschepen successievelijk met overmacht aan te vallen. Het
systeem dient derhalve door de aanwezigheid van een slagvloot tegen
dergelijke aanvallen te worden beveiligd. Voor dit doel zal, in tegenstelling
met de beveiliging van sterke troepentransporten, met „general cover"
kunnen worden volstaan.
De minst sterke partij is op den duur niet in staat haar eigen handels
scheepvaart te beschermen. Door de overmachtige Engelsche vloot moest