393 onmiddellijken steun aan de inf. „oder als Fernkampfwagengruppe zum Durchbruch in die Tiefe des Feindes dienen sollen met het doel zijn reserves art., copn. en parken te vernietigen en zijn terugtocht af te snijden. (Zie ook I.M.T. "1937 nr. 12 blz. 1132 e.v.). De begeleidende vewn. worden bij den aanval in den regel cies.- of sies.gewijze aan den inf.cdt. toegevoegd. Overigens moet de inzet van vewn. „en masse" geschieden; zij moeten, evenals art. en vlgn., gelijktijdig over de geheele diepte van de vij. opstelling worden ingezet. Ook wordt een ruim gebruik van vewn. verwacht bij de uitvoering van vk.opdrachten, waarbij moet worden samengewerkt met cav.verbanden en gemot.inf. Verder zullen gemech.verbanden, bestaande uit vewn., „Sebst- fahrartillerie" en inf. op auto's afzonderlijke opdrachten te vervullen krijgen, hetzij afgescheiden van dan wel in samenwerking met andere troepen. d. V. Infanterie. Militar Wochenblatt, 1937, nr. 27 en nr. 28. In „Die letzten 300 m und ihre Auswirkung auf die Ausbildung consta teert S., dat de vraag, hoe de vastgeloopen aanval weder op gang kan worden gebracht, anders gezegd, hoe de afweerkracht van de mitrn. kan worden gebroken, sedert den wereldoorlog de gemoederen heeft bezig gehouden. Tijdens dien oorlog heeft men getracht, de mitrn. door massa-inzet van art. vóór den aanval buiten gevecht te stellen dit is nimmer ten volle gelukt en zal dus zeker niet gelukken in een nieuwen oorlog, die althans in den aanvang het karakter zal hebben van een bewegingsoorlog en waarin het bijeenbrengen van hoeveelheden art. als in den stellingoorlog derhalve uitgesloten zal zijn. Doch zelfs al is men op het gebied van artilleriesteun zeer optimistisch, dan nog zal het oogenblik komen waarop de art. het vuur naar voren moet verleggen en de inf. in den steek laat in een periode, waarin zij dien steun het minst kan ontberen. Het probleem der laatste 30 m is hiermede geschapen. De vewn. acht S. tegenover een op het gebied van pantserafweer modern georganiseerden tegenstander geen oplossing zij zijn evenmin als de art. in staat, alle mitr.nesten voor de inf. op te ruimen. Hierom en omdat de aanvallende inf. niet mag rekenen op het voortduren van den steun der vewn. als „Begleitwajfe" zal zij dus steeds in de noodzakelijkheid blijven verkeeren, zelf mitr.nesten op te ruimen, wil zij haar aanval kunnen doorzetten en voltooien. Met alle middelen, zegt S., moet daarom de int. in staat worden gesteld, om zich over haar zwakste moment heen te werken. Als bewapening acht hij daartoe noodig per geweerdragende een zelflaad- geweer per groep een pistool-mitr. en een granaatgeweer per sie. een lichten mrt. en per tir. cie. twee lichte mrtn. Per mitr.cie. 4 mitrn. van zeer zwaar kaliber als pag., tevens tegen luchtdoelen. S. hekelt het manoeuvrebeeld van „hoera roepende" aanvallers, die zonder noemenswaardigen vuursteun de laatste 100 m stormen, na zich, met even weinig steun, tot dien afstand te hebben voortgewerkt. Hij betreurt de kortheid, waarmede de voorschriften zich van deze materie afmaken. „De laatste 300 m" en het daarbij aansluitende doordringen in de vij. stelling moesten de basis vormen van het „Ausbildungsv or schrift der Infanterie" en, als moeilijkste taak van dat wapen, daarin het uitvoerigst zijn behandeld. Naast een doeltreffende bewapening dient de opleiding er op te zijn gericht, den man de werkelijkheid z.v.m. voor oogen te houden zulks is het eenige middel, om in het begin van een nieuwen oorlog bloedige lessen te vermijden. Naast een dergelijke, gedegen „Nahkampfausbildung" dient evenwel elk optreden veelvuldig te worden beoefend, dat er op gericht is, het kritieke moment van den inf.aanval z.v.m. te veronzijdigen (minstens even veelvuldig als het hoera roepen", zegt S.!). Als voorbeelden van een dergelijk optreden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 85