342
4. Op het in punt 3 genoemde uur is den C.Det.Z. verder het volgende
bekend
a. Van het eigen det. bevindt zich de voorste inf. ongeveer ter hoogte
van paal 10 (18 D B 3) en het hoofd van de hoofdmacht bij paal 12
(18 D A 4)
b. Uit vliegerberichten is de conclusie te trekken, dat het hoofd van de
gemelde ROODE colonne ongeveer paal 4 (18 D E 4) kan hebben
bereikt.
c. Verdere vliegtuigverkenningen zullen worden bevolen door den div.
cdt., welke zich te X. (60 km w. van BUITENZORG) bevindt.
5. Samenstelling det. in marschcolonne
1. Vk.det.
Cdt.Luit. A.
Troepen
1 pel.-Cav. 1
1 pel. pau. (waarbij
1 gv. gp. der inf.
op auto)
2. Voorhoede.
Cdt.Mj. B.
Troepen
Inf. XI.
2 sien. 12,7 mm mitr.
1 sie. pi.
10 transportploegen.
3. Hoofdmacht.
Cdt. Luit.-Kol. C.
Troepen
1 R.I. (min 1 bat.
min 2 sien. 12,7
str.radiostation)
A. I Bg.
1 V. P. A.
1/3 T. A. (min 10 transport-
ploegen)
4. Achterhoede.
1 sie. inf. (min 1 gv. gp.).
5. Vereenigde B. Tn.
Gevraagd
a. De overwegingen van den det.cdt. en zijn plannen, ook voor den ochtend
van 8-3-38.
b. Het eventueel daaruit voortvloeiende bevel (c.q. de daaruit voortvloeiende
bevelen) voor de voorhoede.
c. De wijze waarop door de hoofdonderdeelen van het det. de nacht zal
worden doorgebracht (aan te geven op een calque) en het bevel voor
de te nemen veiligheidsmaatregelen.
3 e Vraagtijduur.
Wat vermeldt het A.T.V. II omtrent de samenwerking tusschen de artillerie
en de infanterie bij den aanval op de voorposten van een vijandelijke, voor
bereide stelling en bij de beslissing
4e Vraagtijduur.
Welke zijn Uw inzichten omtrent
a. den vorm, waarin door een patrouille (brigade) moet worden gemar
cheerd bij den patrouillegang in gebied waar verzet niet is uitgesloten
b. het met getrokken klewang marcheeren van de patrouille
c. het gebruik van het schietwapen in den nacht.
5e Vraagtijd1 uur.
Welke twee groote stroomingen doen zich in het buitenland voor m.b.t.
het gebruik van vewn. Welke zijn Uw inzichten omtrent de wijze, waarop
dit strijdmiddel in het K.N.I.L. zal moeten worden gebruikt