8. UIT DE He KAMER. In de Memorie van Antwoord op de rijksdefensie-begrooting 1938 troffen wij op blz. 23 o.m. aan terwijl m.b.t. de geestelijke verzorging op blz. 9 en 10 het vol gende, werd vermeld. Bij de mondelinge behandeling dier begrooting werd o.m. het volgende opgemerkt a. door den Heer Albarda 2) 377 De kosten van aanbouw en uitrusting der nieuwe schepen, voor welke bij dit artikel een eerste termijn is aangevraagd, werden ten tijde van de samenstelling der begrooting geraamd op de volgende bedragen 20 millioen voor den vervangenden kruiser 5,2 een torpedobootjager 3,8 een onderzeeboot. De aangevraagde 300.000 voor een torpedo-motorboot vertegen woordigen den totalen kostprijs van een dergelijk vaartuig. Wat het aantal in dienst zijnde legerpredikanten betreft, in verband met hetgeen van deze functionarissen wordt gevergd, moge onder - geteekende herhalen, wat te dien aanzien reeds ten vorigen jare in de Memorie van Antwoord op de Defensiebegrooting (blz. 20) werd betoogd, nl. dat de geestelijke verzorging der militairen in engeren zin niet door de leger- en vlootpredikanten en aalmoezeniers wordt behartigd dat deze primair tot de taak der kerken behoort en dan ook aan die Kerken wordt overgelaten en dat daarbij aan het instituut van de leger- en vlootpredikanten en aalmoezeniers geen andere taak is opgedragen dan om de schakel te vormen tusschen de Kerken eenerzijds en de militaire commandanten anderzijds. In De Standaard van 1923, in een reeks artikelen, die onder redactie van den heer Colijn zijn verschenen en die herdrukt zijn in de bekende brochure „30 millioen bezuinigen", is dit stelsel van over- en-weer-dienen op een vloot, gemeenschappelijk voor Nederland en Nederlandsch-Indië, veroordeeld. Daarin is betoogd, dat dat stelsel spaak loopt en spaak moet loopen, nu het deel van de vloot, voor Indië bestemd, grooter is dan het deel, dat in Nederland verblijft. Het ge schrift, De Standaard dus, maakt een vergelijking met een firma, die een kleedingmagazijn heeft of eigenlijk twee magazijnen, één in Am sterdam en één in Arnhem; het Amsterdamsche magazijn heeft 100 bedienden, het Arnhemsche 50. De firma komt op het denkbeeld, om a) Zitting 1937—1938—2—No. 23. Handelingen 2 blz. 617 e.v.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 69