Het lijkt ons een zonderling beeld van een troep, die zich „op levensgenade" had overgegevende schildering is belangrijk minder romantisch althans voor ons dan Rengers ons voor oogen toovert bij aankomst te Semarang. Doch het meest essen- tiëele moet nog komen. Nahuys stelde zich den volgenden dag, na aankomst te Klatten, in verbinding met Kjahi Madja over de ontwapening van zijn bende. Er spelen zich binnenskamers heftige tooneelen af, omdat Kjahi Madja oorspronkelijk weigert op het bevel in te gaan. Doch tenslotte had Nahuys succes en door de bemiddeling van Roeps in te roepen werd tot ontwapening over gegaan, met uitzondering van de krissen der hoofden. Den vol genden dag werd doorgemarcheerd naar Solo daar ter plaatse werd aan Roeps verzocht den hoofden te verzoeken ook hun krissen in te leveren Roeps weigerde dit verzoek over te brengen. Welke reden kan deze plichtsgetrouwe officier daarvoor hebben gehad De Klerck geeft opheldering Is het niet bedenkelijk, dat officiëele rapporten op dergelijke wijze moeten worden gewantrouwd Een behoorlijke recon structie der feiten is dan later niet meer mogelijk, terwijl tevens, aannemende, dat De Klerck's zienswijze de juiste is, aan het Neder landsche gezag moreele schade wordt berokkend. Het rapport van Le Bron de Vexela is later aan een grondige revisie onderworpen, en het is jammer, dat De Klerck tot de uitspraak moet komen, dat de „gemaakte conclusies niet kunnen strekken, 452 voorgenomen ontwapening, daar de brandals onder het aanheffen van geestelijke liederen uit den Koran, te K-la it. en als in overwinning aankwamen". „De omstandigheid, dat de gevangenneming der bende niet onmiddellijk door hare ontwapening gevolgd werddat die bende triomfeerend Solo binnentrokdat de colonne derwaarts in een formatie marcheerde, welke met het doel van den tochtoverbrenging van krijgsgevangenen, bezwaarlijk te rijmen was dat in de woning van den commandant van het fort te Klatten tusschen Kjahi Madja en zijn getrouwen ter eene en Nahuys ter andere zijde een heftig tooneel plaats vond, doch bovenal Roep's weigering te Solo, om het bevel tot uitlevering der krissen aan de hoofden over te brengen, een weigering, welke juist daarom beteekenis heeft, wijl Roeps bij die overgave tolkdiensten had bewezen en dus beter dan wie ook geweten moet hebben onder welk beding die plaats had gehad, dat alles is, meenen wij, al heel weinig geschikt om aan de door Le Bron gegeven voorstelling geloof te schenken. Veeleer is men geneigd, aan te nemen, dat Madja omtrent den aard der vrijheidsberooving is misleid, dat hij zich heeft overgegeven met het oogmerk, om, zooals in dezen oorlog zoo herhaaldelijk geschiedde, met zijn barisan in onzen dienst over te gaan". b De Klerck, IV, blz. 619/20 de aangebrachte cursiveering is door ons aangebracht. De daarin tot uiting gebrachte veronderstelling komt overeen met Kjahi Madja's beweringen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 42