Tegen 20 Maart zijn de Japanners ook geland bij NanTungChow
(ook NanTung of TungChow genoemd) en opgerukt naar JuKao,
de zwakke daar aanwezige Chineesche troepen voor zich uit
drijvende. Dat deze operatie evenwel eenig verband zou houden
met die tegen het spoorwegknooppunt HsuChow (of SuChow),
lijkt onwaarschijnlijk.
Van het Zuidelijk deel van de TsinPu-lijn (PuKow-PengPu)
komen reeds geruimen tijd geen berichten meer binnen. Bij WuHu
en HangChow is de strijd eveneens verflauwd, daarentegen wordt
nu weer in het gebied ten Westen van het TaiHu-meer gevochten.
Op 23 Maart berichtten de Japanners, dat afdeelingen uitgezonden
waren in Z.W.-richting van WuSih en WuTsin uit en van KuYung
uit tegen LiYang en IHing, ten einde dat gebied van Chineesche
troepen te zuiveren. De Chineezen bewerten echter inmiddels
LangKi, KwangTeh en SzeAn hernomen te hebben.
In SuiYüan hebben de Chineezen op 23 Maart een aanval gedaan
op KweiSui, welke afgewezen werdChineesche afdeelingen
zouden zelfs tot het Noorden van KalGan zijn doorgedrongen.
In het N.W. van ShanSi hebben zij de Japansche afdeelingen op
den Oostelijken oever der Gele rivier teruggedrongen, en PaoTeh
op dien oever hernomen.
Om te kunnen beoordeelen of het ongeveer 9 Februari aange
vangen offensief in N.-HoNan en Zuid ShanSi mislukt is, zou
men dienen te weten, wat het einddoel was, aan dit offensief
gesteld. Dit was natuurlijk niet de Japansche troepen slechts tot
aan de Gele rivier te brengen. Het minste wat het beoogd kan
hebben, is, ShanSi en Noord HoNan tot aan de rivier van Chi
neesche troepen te zuiveren. Dat doel kan als mislukt beschouwd
worden, want nog steeds vechten een 200.000 man in ShanSi
tegen de Japanners, op bevel van generaal ChiangKaiShih, die
hun verbood de rivier naar den rechteroever te overschrijden.
Een zoo grootsch opgezet offensief voor zulk een beperkt doel
lijkt evenwel onwaarschijnlijk, zelfs al zou daarbij het bijoogmerk
zijn geweest de Chineesche troepen van HsuChow weg te lokken.
De blijvende verovering van een deel van de LungHai-baan ten
Westen van ChengChow, of bij voorkeur van TungKwan tot
SianFu, zou voor de Chineezen uitermate onaangenaam zijn
geweest, omdat daarmee tenminste voorloopig hun ver
binding met Rusland afgebroken, en daarmede een zeer belangrijke
bron van aanvoer van krijgsmaterieel zou zijn verstopt. Want de
verbindingsweg met Rusland voert van Sergiopol over Urumchi
naar LanChow, en vandaar voorloopig nog over SianFu en Cheng
Chow naar HanKow. De weg van LanChow over PiKow naar
ChengTu en ChungKing is nog niet gereed, hoewel daaraan hard
wordt gewerkt. Het schijnt, dat ook aan een weg van Urga naar
LanChow wordt gearbeid (met niet minder dan 800.000 man)
en een spoorbaan van Urga via Kiakta naar Ulan Ude (Verkhere
458