Udensk) in aanleg is. Indien de verbinding met Rusland ver broken zou worden door de verovering van SianFu en eventueel LanChow, zouden alleen de wegen over HongKong, alsmede die over HaiPhong en HaNoi naar YünNanFu (spoorbaan) en de nu welhaast gereed zijnde weg van Britsch-Indië (Burma), welke het spoorwegstation Myitkyina met YünNanFu verbindt, over blijven. YünNanFu (of KunMing) is door een autoweg met de rest van China verbonden. Ook dit nevendoel de verovering van SianFu hebben de Japanners nog niet bereikt. Wel hebben zij ChaoTsun, tegenover TungKwan, een tijdlang bezet gehad, daar zware artillerie opge steld en het station en de spoorbaan aan de overzijde van de 1200 meter breede rivier met hun vuur zwaar beschadigd, zoodat tenminste overdag het verkeer per spoor moest worden onder broken en per autobus moest geschieden, maar sedert een paar dagen zwijgt het geschutvuur, en melden de Chineezen, dat de Japanners in N.O. richting terugtrekken. De Chineezen hebben bij MaoTsingTu de Gele rivier overschreden en rukken weer in ShanSi binnen. In het Westelijk deel van de ZW.-punt der pro vincie hebben ze LinTsin, HoTsin en TsiShan heroverd. Daarentegen schijnen Japansche troepen samengetrokken te zijn bij FengKiu tegenover KaiFeng en vandaar den Zuid-oever hevig te beschieten, waarin de Chineezen aanleiding vonden sterke reserves tegenover dit punt gereed te stellen. Daar hebben de Japanners hun offensieve plannen blijkbaar niet opgegeven. Wat is het, dat hier de voor de onvoldoende uitgeruste Chinee- sche troepen tot nu toe onbeteugelbare Japansche aanvalskracht zoozeer verzwakt, dat het den eersten gelukt hen tenminste aan de Zuid- en West-grens van ShanSi tegen te houden Verschillende factoren beginnen meer en meer ten gunste van de Chineezen hun invloed te doen gevoelen. Het lijdt geen twijfel, dat de Chineezen dank zij hun oorlogs ervaring steeds beter beginnen te vechten. In het handgemeen is de Chineesche soldaat reeds lang volkomen opgewassen tegen den Japanner en tegen het overmachtige artillerievuur en de vliegerbommen zal hij zich steeds beter weten te dekken en te beschermen, bv. door meer en meer van de duisternis gebruik te maken. Aan den anderen kant begint de lengte van de etappe lijnen den Japanners steeds meer moeilijkheden te baren, moeilijk heden, welke door het optreden van de Chineesche guerillatroepen nog in belangrijke mate worden vermeerderd. De gemotoriseerde afdeelingen vinden in het land niets, alles moet voor deze worden aangevoerd, terwijl de afstand van de Zuid-West punt van ShanSi tot TienTsin in vogelvlucht 800 km bedraagt. Veel bommen kunnen de vandaar komende vliegtuigen dus ook al niet meer meevoeren, tenzij men ook voor de vlieg tuigen alle behoeften naar tijdelijke vliegvelden opvoert. 459

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 49