De situatie langs de PingHan tot zelfs Noordelijk van PaoTingFu is volgens recente berichten van dien aard, dat de Japanners die baan hebben opgegeven als etappelij n en alles vervoeren per auto, d.w.z. voor ShanSi via TaTung. De Chineesche guerilla- troepen breken de spoorbaan sneller op, dan de Japanners die kunnen herstellen, Echter zijn de autocolonnes evenmin geheel veilig tegen overvallingen, in het bijzonder op de bergwegen in ShanSi. Het is daarom lang niet onwaarschijnlijk, dat de Japanners op den linkeroever van de Gele rivier, ten minste in ShanSi niet over een voldoende hoeveelheid overtochtsmiddelen beschikken door onvoldoende transportmiddelen om de ook op de smalste punten altijd nog meer dan een kilometer breede rivier op verschillende plaatsen tegelijk met voldoend sterke troepen te overschrijden. Nu de dooi in ShanSi ingevallen is, verandert het land gerui- men tijd in een grooten modderpoel. Daar en in HoPei beginnen nu de rivieren te stijgen en de op vele honderden plaatsen door gestoken dijken zullen de oorzaak zijn dat enorme gebieden gerui- men tijd onder water zullen worden gezet. De aan- en afvoer voor de Japansche troepen wordt dus steeds moeilijker, het front, waarop zij vechten steeds langer. Daarentegen wordt het Chi neesche leger steeds krachtiger en gedeelten ervan schijnen zelfs beter uitgerust dan in den aanvang van dezen oorlog. Men vraagt zich af, of al deze moeilijkheden samen wellicht de oorzaak zijn van het oogenschijnlijk opgeven van het offensief, tenminste in ShanSi. Volgens berichten van zeer recenten datum zouden in Noord- China 4 nieuwe divisies zijn aangekomen, waarvan 2 voor Shan- Tung en 1 voor de PingHan-lijn bestemd zouden zijn. Een ernstig offensief is dus in voorbereiding. Dat was te verwachten. De Japanners moeten voorwaarts. Drie maanden zitten zij nu reeds in ShanTung in de lijn TsiNing en YenChow. Op de PingHan bereikten zij midden October van het vorige jaar de grens van HoNan, 5 maanden later bereikten zij daar de Gele rivier. In ShanSi bezetten zij op 9 November TaiYuanFu, begin Maart 4 maanden later de Zuidgrens dier provincie. Thans schijnen de Japanners gereed te zijn voor hun aanval op de LungHai-baan, waarvan het bezit het begin beduidt van een nieuwe periode in dezen oorlog. Op twee punten wordt deze baan thans bedreigd. HsüChow is blijkbaar een aanvalsobject, het tweede is KaiFeng of althans het baanvak tusschen SzeShui en LanFeng. Japan voert thans ruim 8 maanden oorlog in China. Men vraagt zich af, wat het heeft bereikt ten koste van een uitgave van ruim 5 milliard Yen, ruim 100.000 dooden en ongeveer 200.000 ge wonden. 460

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 50