Japansehe troepen zijn van TienTsin hun landingspunt in Westelijke richting ruim 600 km doorgedrongen, in Z.W.-rich ting (Z.W.-punt van ShanSi) ruim 800 km, in Zuidelijke richting 400 km. Van ShangHai uit zijn zij 2 a 300 km diep het land binnengerukt. Het gebied, waar zij doorgetrokken zijn, is verwoest, de bevolking gedeeltelijk dood, gedeeltelijk verdwenen, van bestuur is geen spoor meer te bekennen, de meeste kunstwerken, wegen, bruggen zijn vernield, evenzoo alle fabrieken en andere industrieele, zoowel als cultureele instellingen (scholen, univer siteiten met hun bibliotheken). Tot herstelling van al wat vernield is geworden door Chineezen zoowel als Japanners is zeker eveneens 5 milliard Yen noodig. Geen enkele beslissende overwinning heeft Japan nog be vochten. Het Chineesche leger, dat op het oogenblik den Japanners weerstand biedt, is sterker in getal, beter geoefend, beter geor ganiseerd en aangevoerd, dan het leger van 8 maanden geleden. Zelfs is het althans gedeeltelijk beter uitgerust. De eenheid van het Chineesche volk is hechter geworden. De macht, invloed en aanzien van generaal ChiangKaiShih zijn sterk gestegen. Alle pogingen der Japanners tot het vormen van „puppet"-staten zijn tot nu toe vrijwel mislukt. De macht van de regeering te Peking bestaande uit 60- tot 80-jarige grijsaards waarvoor men tot nu nog geen presidept heeft kunnen vinden, strekt zich geen 20 mijlen buiten Peking uit. Voor een tweede „puppet" regeering te Nanking heeft men nog steeds geen voldoende aantal personen gevonden, die daaraan hun leven wenschen te wagen. Dienten gevolge heerscht in het door „anti-communistische" Japansehe troepen veroverde gebied anarchie, en is alleen nog sprake van eenig plaatselijk bestuur en eenige veiligheid in de vele districten, waar de communistische guerilla-afdeelingen van het 8ste leger dat bestuur tegen rooversbenden steunen. Wat is dus het resultaat van 8 maanden strijd De Chineesche Nationale regeering, door de Japanners dood verklaard, is sterker dan ooit te voren. Het Chineesche leger niet beslissend geslagen is eveneens sterker in getal, beter geoefend en gedisciplineerd. Het Chineesche volk is niet bekeerd van zijn anti-Japansehe gevoelens, welke integendeel in een diepgewortelden haat dreigen te verkeeren. Het veroverde Chi neesche gebied is niet in vreedzaam Japansch bezit gebracht. Zelfs de ergste diehards in China, menschen, die het denkbeeld, dat de Chineesche regeering ook maar een schijn van kans zou hebben de eerste nederlagen te overleven, eenvoudig belachelijk vonden, beginnen nu toch ook te twijfelen en stellen de vraag, hoe dit conflict moet eindigen. Zelfs al valt over een paar dagen of over een paar weken het strategisch hoogst belangrijke HsüChow, dan heeft China slechts weer wat grondgebied opgegeven, maar de militaire toestand blijft 461

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 51