paarden van 1.40 1.50 m zou worden voorzien Het remonte
depot kreeg dus van nu af zijn nieuwe bestemming, welke het
ook thans nog heeft, n.l. het opnemen van in Australië aange
kochte paarden, ten einde deze te doen acclimatiseeren en op
krachten te brengen, alvorens in gebruik te worden genomen.
Mede werd in 1905 beslist, dat de in Padalarang in wording
zijnde tamme stoeterij zou worden bestemd tot verbetering van
het gebruikspaard van de bevolking in de Preanger c.q. daarna
verder op Java (Sandelhout-merries te dekken door Sandelhout-
hengsten)
De tamme stoeterij werd in 1912 opgehevener werd toen een
halfbloed-stoeterij begonnen van Australische merries en Sandel
hout-hengsten, welke eind 1921 werd gestaakt.
In 1906 was de cavalerie reeds geheel met Australische paar
den geremonteerd. Geregeld werden voortaan commissies naar
Australië gezonden om paarden aan te koopen, totdat in 1914
Australië den uitvoer van paarden verbood. Pogingen om vervol
gens paarden in Argentinië aan te koopen hadden geen resultaat.
In 1915 werd daarom een commissie naar China gezondenzij
kocht daar 200 Mongoolsche ponies aan benevens 20 muildieren.
In 1916 werd opnieuw van de Australische Regeering toestem
ming verkregen voor den uitvoer van paarden van maximum
1.475 m, waarvan 200 werden aangekocht. In 1917 was de
aankoop in Australië weer gesloten en moest opnieuw een com
missie naar China worden gezonden, die in Januari 1918 met
67 Mongoolsche ponies en 20 muildieren terugkeerde. In laatst
genoemd jaar werd de uitvoer van paarden uit Australië weer
toegestaan, waarop 550 paarden werden aangekocht.
Vier jaren later werden van het Departement van Landbouw,
Nijverheid en Handel overgenomen de gronden en gebouwen
behoorende tot de voormalige stoeterij te Tjisaroea.
In 1924 werd in beginsel besloten het remonte-depot in vereen
voudigden vorm geleidelijk naar Tjisaroea over te brengen op
de terreinen van de voormalige tamme stoeterij, aangezien aange
nomen werd, dat de lage en moerassige bodemgesteldheid te
Padalarang oorzaak was van het veelvuldig voorkomen van maan-
blindheid bij de jonge paarden. Genoemde terreinen te Tjisaroea
waren vroegere koffietuinen op de hellingen van Tangkoeban
Prahoe en Boerangrang, reeds in 1913 afgestaan aan de stoeterij
en door overste Groeneveld herschapen in zeer mooie weiden,
waarin de paarden op een hoogte van 1400 m boven de zee
konden grazen. Twee jaren later verkeerde de overbrenging naar
Tjisaroea nog in het stadium van proefneming. Het lag toen in
de bedoeling, zoodra het remonte-depot te Tjisaroea gevestigd zou
zijn, de terreinen behoorende tot het remonte-depot te Padalarang
door de intendance te doen exploiteeren als gras (hooi) land.
416