In 1928 werd evenwel van een algeheele overbrenging naar Tjisaroea afgezien, zoodat Padalarang als remonte-depot gehand haafd zou blijven en Tjisaroea een filiaal zou zijn. Sindsdien brengen de jonge paarden tijdens hun verblijf op het remonte-depot den grootsten tijd door te Tjisaroea, waar zij het beste op krachten komen en al spoedig in goede conditie gaan verkeeren. Door betere drainage der loopweiden te Padalarang komt maanblindheid thans zeer weinig meer voor. In 1928 leed het remonte-depot een groot verlies door het over lijden van den directeur, luitenant-kolonel titulair Jhr. W. J. E. van Riemsdijk, paardenkenner bij uitnemendheid, die overste Groene veld in 1924 was opgevolgd en vrijwel zijn geheelen dienst tijd op het remonte-depot is werkzaam geweest. Op 1 Januari 1933 werd het militair grasland te Tjimahi, ressorteerende onder de intendance, als zelfstandig bedrijf opge heven en bij het remonte-depot gevoegd. De aanmaak van hooi werd stop gezeter werd alleen nog gras gesneden ten behoeve van de nabij gelegen garnizoenen. Dit grasland was krachtens Gouv. besluit van 18 Mei 1915 nr. 9 opgericht en bestemd voor de voorziening van gras c.q. hooi ten behoeve van het leger. Door overste Groeneveld waren te Padalarang reeds veel proeven genomen met den aanplant van verschillende grassoorten, waarmede veel belovende resultaten waren verkregen. Interes sant is wel hier te memoreeren het bezoek dat deze directeur in 1912 kreeg van een ambtenaar van het Amerikaansche land- bouwdepartement, Professor Piper, die naar de Philippijnen was geweest om een onderzoek in te stellen in verband met aldaar gerezen moeilijkheden bij de voeding der legerpaarden. Prof. Piper wenschte zich hier op de hoogte te stellen van hetgeen de ondervinding ons had geleerd en van de wijze, waarop wij onze legerpaarden voedden. Tijdens de met dien geleerde gehouden besprekingen, deelde hij mede, dat hij om en bij Manilla had gezien, dat de bevolking aldaar een bepaalde grassoort teelde op de wijze, als rijst wordt verbouwd, welk product dagelijks aan eigenaars van paarden werd geleverd en gretig afnemers vond. Hij kon niet mededeelen welk gras het was, maar zou dat uit Washington doen weten. Reeds den volgenden dag werden men- schen aan het werk gezet voor het bewerken van kleine stukjes sawah en enkele dagen later waren proefaanplantingen klaar van alle hier voorkomende grassen, waarvan kon worden vermoed, dat zij op deze wijze zouden kunnen gedijen. Spoedig bleek, dat lametah (Leersia hexandra Javaansch kolomento) het uitstekend deed. Mede werden goede resultaten verkregen met wawaderen en met malela. Geleidelijk werden de veldjes uitgebreid, verbete ringen aangebracht en een bepaald werksysteem verkregen. Aldus werden de Indische vloeiweiden geboren. Professor Piper berichtte eenigen tijd later, dat hetgeen hij te Manilla had zien verbouwen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 7