487
nog met eenige mitr.pistolen, tegen laagvliegende vlgn. en inf. wil ons
voldoende voorkomen. De bestrijding van de overige doelen zal dienen te
geschieden door ten behoeve van het geheel in te deelen pantserafweer-
eenheden en de inf.res. Bij een organisatie als de door S. voorgestelde zou
de taak van den bij.cdt. zoo veelomvattend worden, dat de artilleristische
daarbij wel eens deerlijk in het gedrang zou kunnen geraken. Het voorstel
past echter wel eenigermate in het kader van het R. streven, blijkende
uit de inf.org., ook de inf. onderdeelen z.v.m. „self-supporting" te maken.
Optreden tegen vechtwagefns.
Luit. kol. Le Nötre neemt in R. d'Art. Jan., Le tir des batteries contre les
engins mécaniques in beschouwing. S. betoogt, dat bij den huidigen stand
van zaken weinig heil is te verwachten van de in de Fr. reglementen
voorgeschreven barrages tegen vewn. Zelden toch zullen deze moderne
strijdmiddelen de art. den tijd gunnen, te geraken tot afgifte van vuur-
concentraties en men kan haar niet aan alle andere taken onttrekken door
haar, zoodra men een vew.aanval verwacht, doorloopend gereed te houden
voor het vuur op de daarvoor gunstigste terreinstrooken. Doch zelfs dan nog
is het zeer de vraag, of de benoodigde hoeveelheid munitie wel in even
redigheid is met het te verwachten resultaatrekening houdende met de
pantsering en de snelheid van de moderne tanks zal dit resultaat uit moreel
oogpunt waarschijnlijk grooter zijn dan in materieel opzicht. S. komt tot
de slotsom, dat nog steeds het enkele stuk de meest gevreesde vijand is
van den vew, doch dat deze de meerdere is van de bijn., afdn. en gpn.
Krijgsgeschiedenis.
Gul. mj. Wagner geeft in W.u.W. Jan. (Der Einsatz der Aitülerie in der
Mameschlacht (6 bis 8. 9. 1914) auf dem rechten Flügel der 3. Armee) een
zeer belangwekkende verhandeling over het gebruik van de artillerie bij
het L.K., dat optrad ten O van de welbekende moerassen van St. Gond
alwaar het voor de eerste maal stuitte op hardnekkigen weerstand van de
Franschen. De 'beschrijving van deze episode uit den bewegingsoorlog leent
zich uiteraard niet voor een referaatwij volstaan derhalve met het vooral
aan met-artilleristen ter lezing en bestudeering aanbevelen van het artikel
en het vermelden van S's conclusie, dat het aanvankelijk uitblijven van
succes dient te worden toegeschreven aan het in de eerste twee dagen
niet kunnen verkrijgen van het artilleristische vuuroverwicht, zulks vnl.
als gevolg van den inzet der bijn. zonder voorafgaande verkenningen van
stellingen en opmarschwegen, hetgeen een chaotischen -toestand deed
ontstaan, welke niet bevorderlijk was voor een goede samenwerking, zoowel
in de artillerie als tusschen haar en de infanterie. Deze overhaaste en drup
pelsgewijze inzet uit de marschcolonne is toe te schrijven aan de dringende
verzoeken om steun van het rechter nevenkorps hetwelk tenslotte bij een
meer regelmatigen gang van zaken meer gebaat zou zijn geweest.
Aan de hand van een Am. en enkele It. artikelen geeft kap. Ailleret in
R.d'Art. Jan. een Note sur l'emploi de 1'artillerie italienne au cours de la
campagne d'Ethiopie. 's Vijands optreden en bewapening maakten het
mogelijk, dat men zich groote vrijheden kon veroorloven. De eenige ernstige
moeilijkheid veroorzaakte het terrein hieraan werd het hoofd geboden
door de bijn. zoo mobiel mogelijk te maken. Daartoe werden zij teruggebracht
tot driestukkenbijn. evenwel onder 'behoud van de normale bij.uitrusting
aan mu. terwijl al hetgeen in den strijd tegen den minderwaardigen
tegenstander misbaar werd geacht, zoowel wat betreft personeel als materieel,
werd achtergelaten. Tenslotte paste men op groote schaal motorisatie toe
o.a. werden de treinen der bg.bijn. geheel gemotoriseerd. Hierdoor en mede
doordat de sterke inf.reserves doorloopend hulp konden verleenen bij het
opmarcheeren door moeilijke terreingedeelten, was het mogelijk, de art.
vrijwel steeds in voorste lijn in nauwe samenwerking met de inf. te doen