605
aanvallende vliegtuigen zal moeten worden gerekend. Vermeldenswaard is
voorts, dat zooals reeds werd aangestipt bij onderhavige kustver
dediging de luchtaanvallen tevens werden ondersteund door aanvallen van
onderwater-strijdkrachten (duikbooten)
Volgens den betrokken correspondent is naar het oordeel van deskundige
waarnemers (de officieele gegevens werden geheim gehouden) bij de hier
besproken oefening komen vast te staan, dat door een goed voorbereiden en
georganiseerden aanval van landbommenwerpers, bijgestaan door torpedo-
landbommen werpers en onder waterstrijdkrachten (dus klein maritiem
materieel) de uitwerking op een door bovenwaterstrijdkrachten gecon-
voyeerde transportvloot zoodanig is, dat een landing weinig kans van slagen
meer zal kunnen hebben.
Opmerkelijk is voorts bij deze oefeningen betreffende de kustverdediging
ook voor onze gewesten een belang van de eerste orde de streng
doorgevoerde taakverdeeling tusschen de vliegbooten en de landbommen
werpers. Aan de vliegbooten werd uitsluitend de taak van verkenning en
melding van den opmarsch (het z.g. „schaduwen") der vij. vloot opgedragen,
aan de landbommenwerpers en torpedo-landvlgn. de taak van slagwapen.
Ten slotte valt uit deze oefeningen nog het volgende af te leiden. Het
luchtgevecht op de vij.vloot, in samenwerking met bouemua.terstrijdkrachten
op verren afstand van de kust, dus m.a.w. in volle zee, werd niet toegepast
men liet de nadering van de vloot met vliegbooten verkennen en schaduwen,
om haar vervolgens, nadat zij binnen het practische werkingsbereik van
de landbommenwerpers was gekomen, effectief te treffen met „shore based"
vlgn. in samenwerking i.e. met onde'n.oa.terstrijdkrachten (dus klein maritiem
materieel als orgaan van de kustverdediging.)
Het is wel opmerkelijk thans ook door een maritiem krachtig rijk zooals
Engeland, ten aanzien van de offensieve kustverdediging dezelfde werkwijze
te zien toepassen als in Ned.-Indië reeds door de Legerleiding werd voor
gestaan.
Tenslotte nog een enkele opmerking over een conclusie van „Insider"
in zijn geïncrimeerd artikel, nml. waar hij zegt„Dit is het zwakke punt
in de luchtvaartpolitiek van het Leger, men zet alles op één kaart, nml.
het bombardementsvliegtuig, en vergeet dat zoowel bij offensief als defensief
gebruik jachtvliegtuigen onontbeerlijk zijn."
Wat deze „onontbeerlijkheid" (sic) van jachtvlgn. betreft voor de lucht
verdediging van aan zee gelegen objecten en vlootbases (en hierom gaat
het toch bij de Indische defensie), gelooven wij, dat na alles wat over dit
onderwerp is geschreven in de militaire literatuur (zoowel hier als in het
buitenland), wij een tot in den treure reeds herhaald betoog over de geringe
doelmatigheid van het gebruik van jachtvlgn. in zoodanige gevallen, gerust
achterwege kunnen laten.
Dat de Legerleiding alles op één kaart, nml. het bombardeervlg. zou
zetten, vindt reeds afdoende weerlegging in het feit dat zij niet heeft
geschroomd in de defensiebegrootingen der laatste jaren belangrijke bedragen
op te brengen voor de modemiseering van de grondtroepen en voor aan
schaffing van luchtdoelbestrijdingsmiddelen op den grond. Dat de Leger
leiding daarentegen voor het vliegtuig (i.e. de landbommenwerper) een
belangrijke plaats heeft ingeruimd in ons defensie-systeem, bewijst o.i. dat
zij een open oog heeft vcor de eischen, welke de moderne oorlogvoering
stelt.
v.G.
Intendance.
Motoriseeren van de bagagetreinen b ij het F r ansch e
Leger.
Revue de l'Intendance Nov. Dec. 1937. Int. Mil. de Ire classe E. Roux. Als
gevolg van het oprichten van gemotoriseerde eenheden moest het moto-