Door verwezenlijking van die plannen zou een weermacht zijn geschapen, waarvan een aanzienlijke preventieve werking zou zijn uitgegaan, vooral ten aanzien van de veiligstelling van Java. Niet dat rechtstreeksche aanslagen op het hoofdeiland daarmede zouden zijn uitgesloten ook de ontwerpers verwachtten dat niet wèl echter zou bereikt zijn, dat een zoodanige aanslag een veelomvattende, slechts moeizaam te volvoeren operatie zou zijn geworden. Voor de Buitengewesten gold die preventieve werking lang niet in die mate. Van het vroeger voorziene terugtrekken van troepen van de Buitengwesten naar Java, ter versterking van de verdedigingsorganen aldaar, was men weliswaar afgestapt. De infanterie in de Buitengewesten echter had, en heeft nog, tot hoofdtaak de handhaving van het Nederlandsch gezagde ver vulling van deze taak blijft ook in oorlogstijd op den voorgrond staan. Wel zullen uiteraard de in de Buitengewesten aan of nabij de kust gelegen garnizoenen niet zonder meer berusten in een onder hun bereik gepleegde neutraliteitsschending te land en deze dus naar vermogen weerstaan, doch veel afstootende kracht zou daarvan toch niet kunnen uitgaan. Slechts op enkele, belangrijke punten werd een verdediging van eenige beteekenis beoogd. Tal van punten zouden dus onbeschermd blijvende verdediging daarvan zou geheel taak van de zeemacht zijn. De vloot zou even wel bezetting van die punten niet te allen tijde kunnen voorkomen, zij zou die alleen kunnen belemmeren, indien maritieme strijd krachten toevallig ter plaatse zouden zijn. In vele gevallen zou de maritieme actie dus moeten bestaan in de bedreiging van 's vijands verbindingen na de bezetting. Zoo zou er dus voor de Buitengewesten, welker economische beteekenis sterk stijgende was, nog een vrij groote mate van kwetsbaarheid blijven bestaan, welke echter noodgedwongen moest worden aanvaard. De plannen van '20 en '21 werden echter ook niet in daden omgezetmen leefde toen in de jaren van volkenbonds-vertrouwen en ontwapeningsideaal. Ten slotte werden de „grondslagen", van welke de strekking hierboven reeds in het kort werd uiteengezet, richtsnoer voor de verzekering van de uitwendige veiligheid van Nederlandsch- Indië. Thans nog enkele opmerkingen naar aanleiding van de „grond slagen" en wel in de eerste plaats met betrekking tot de taak- verdeeling tusschen leger en vloot. In alle aan de grondslagen voorafgegane defensie-systemen en plannen, had de vloot in de eerste plaats haar taak te zoeken in de defensie van Java, waarnevens dan de bescherming of wel verdediging van de Buitengewesten stond. In de grondslagen 517

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 11