evenwel wordt de defensie van Java voor de vloot neventaak, zij
is daarin slechts het leger tot steun; de hoofdtaak der vloot ligt
in de bescherming van de Buitengewesten. De lijn tusschen Java
eenerzijds en de Buitengewesten anderzijds is dus thans ook door
getrokken door de taak der vloot. Zou men deze gedachte stra
tegisch gaan uitwerken, dan zou men toch wel tot zonderlinge
conclusies kunnen komen. Zouden b.v. in geval het hoofdeiland
Java rechtstreeks werd bedreigd, slechts deelen van de vloot
zich met de verdediging van Java occupeeren, terwijl de hoofd
macht der zeegaande vloot op haar post ter bescherming van de
Buitengewesten blijft Die vraagt behoeft geen beantwoording
het strategisch beginsel eischt uiteraard de mobiele organen van
de weermacht in te zetten, daar waar een rechtstreeksche bedrei
ging wordt onderkend. Hieruit blijkt te meer, dat in het Indische
defensiesysteem het trekken van een lijn tusschen Java en de
Buitengewesten geen reëele strategische beteekenis kan hebben.
Evenals vroeger heeft het in de grondslagen gestelde onderscheid
tuschen de uitwendige veiligheid van Java en die van de Buiten
gewesten slechts de beteekenis de mate van de defensie te
beperken. Dit blijkt ook wel duidelijk uit de grondslagen zelve,
waarvan de derde aangeeft, dat het maken van onderscheid tus
schen Java en de Buitengewesten slechts diende als uitgangspunt
voor de „vaststelling van organisatie en uitrusting van de weer
macht". En dat het genoemde onderscheid geen strategische
bedoelingen had, volgt uit dienzelfden grondslag; immers de derde
grondslag geeft mede aan, dat het gestelde onderscheid tusschen
Java en de Buitengewesten niets afdoet aan „de bevoegdheid van
den Gouverneur-Generaal om bij het uitbreken van internationale
conflicten naar eisch van de dan bestaande omstandigheden over
land- en zeemacht te beschikken".
Het wilde ons gewenscht voorkomen te wijzen op de betrek
kelijke beteekenis van het vorengenoemde onderscheid. Zou men
toch daaraan te diepe beteekenis toekennen en het in tijd van
vrede tot beginsel verheffen, dan zou het kunnen gebeuren, dat
de oorlogsomstandigheden dwingen het beginsel los te laten. Doch
aanpassing aan den „eisch van de dan bestaande omstandigheden"
zou slechts kunnen geschieden langs den onzekeren weg der
improvisatie.
In de tweede plaats zij de aandacht gevestigd op de zeer onvol
komen beveiliging van tal van belangrijke punten in de Buiten
gewesten. De grondslagen van 1927 noemen als z.g. kritieke punten,
welke mede door de landmacht verdedigd moeten worden, „voor
het tegenwoordige" de oliewinningsgebieden Tarakan en Balik-
papan. Dat nu nog, tien jaren later, slechts Tarakan en Balikpapan
als bijzonder kwetsbare punten in de Buitengewesten zijn te
beschouwen, kan moeilijk worden volgehouden. Er zijn thans
518