verbindingen der zeemacht in werking, terwijl de bommenwerpers zoo lang mogelijk door steeds herhaalde aanvallen het hunne er toe zullen moeten bijdragen om den vijand het verblijf op ons territoir te vergallen. Als vorm ter verwerving van het luchtoverwicht in onzen Ar chipel noemden wij ook nog het vermeesteren van onze vlieg terreinen. Aangezien de slagluchtmacht in Nederlandsch-Indië in hoofd zaak zal bestaan uit landbommenwerpers, is de kwetsbaarheid van onze grondorganisaties tegen deze bestrijdingswijze betrekkelijk gering, aanzienlijk geringer dan die van een organisatie van zee-bommenwerpers. Omtrent het gebruik van de watervliegtuigen sprak de Vice-Admiraal Jhr. G. L. Schorer zich in de brochure „De Nederlandsche Zeemacht" (1935) o.m. als volgt uit: „Het systeem veronderstelt de aanwezigheid van een groot aantal over den Archipel verspreide vlieghavens, die gelegenheid bieden tot onderhoud, voorziening van brandstof en verzorging van allerlei aard en die hier is de zwakke schakel voldoende versterkt zijn tegen een vijandelijken aanval. Zonder versterking kunnen zij onmiddellijk in handen vallen van den veronderstelden tegen stander, aan wien de plaats dezer havens zonder eenigen twijfel bekend is". Een aantal der landvliegterreinen evenwel zal ver landwaarts in kunnen zijn gelegen, zoodat de vermeestering daar van veelomvattende en vooral zeer langademige operatiën zou vereischen. Een luchtbombardement tot het onbruikbaar maken van de diep in het land gelegen landingsterreinen zou wellicht eerder tot het beoogde doel kunnen voeren. Overigens willen wij ons niet verder begeven in een beschouwing over den graad van kwetsbaarheid in dit opzicht van de verschillende terreinen in de Buitengewesten, aangezien daarmede een gebied betreden zou worden, dat zich niet leent voor openbare behandeling. Volstaan moge worden met vast te stellen, dat verscheidene der in de Buitengewesten bestaande of nog aan te leggen vliegterreinen een groote mate van veiligheid bezitten en zullen bezitten tegen aanslagen over land. Voor aanslagen door eenvoudige landings- divisiën zijn ze uiteraard in het geheel niet te benaderen. Hoewel ten aanzien van de bespreking van de kwetsbaarheid van de vliegterreinen dus beperking geboden is, vermeenen wij daaromtrent toch nog een algemeene opmerking te moeten maken. Van de thans bestaande en geprojecteerde vliegvelden in de Buitengewesten uit zal geheel Ned.-Indië, en meer dan dat, onder 530 (Andrews „As all effective air operations must be conducted from well prepared and organised air bases, it follows that the first mission of our air forces usually will be to deny to the enemy, through inde pendant air operations, any suitable bases, floating or ground, from which he might operate. It is to that end that we are designing our bombardment organizations and training our personnel.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 24