liging van kwetsbare punten in die Buitengewesten, doch vormt mede een integreerend onderdeel van de verdediging van Java. Ten einde een redelijke werking van de slagluchtmacht over de geheele breedte van haar operatieterrein, alsmede in de diepte, naar ruimte en tijd te verzekeren, ware de kortelings opgerichte organisatie van landbommenwerpers in Ned.-Indië te doen uit groeien tot ten minste 3 groepen van 3 afdeelingen a 9 bommen werpers in eerste lijn. III. DE HARMONIE IN DE WEERMACHT. Ten besluite enkele woorden over de harmonie in de samen stelling van de weermacht. In dit verband behoeft thans niet dieper te worden ingegaan op de taak van leger en vloot in het bijzonder, doch kan worden volstaan met het aangeven van de wisselwerking tusschen de samenstellende deelen der weermacht. De, in onze omstandigheden, uitzonderlijk groote waarde, welke in ons defensiesysteem aan den bommenwerper mag worden toegekend, deed wel uiting geven aan de opvatting, dat de veilig heid van Ned.-Indië uitsluitend met vliegtuigen zou kunnen worden gewaarborgd. Dat deze opvatting op een dwaling berust, springt dadelijk in het oog. Immers, het zijn niet de verdedigende bommenwerpers, welke den tegenstander zouden dwingen een troepenmacht over zee aan te voeren voor het plegen van een ernstige aanranding tegen Java. Het is alleen de aanwezigheid van het leger, dat daartoe dwingt. Daarom zal een, mede op den strijd tegen een buitenlandschen vijand berekend, leger ook nim mer kunnen worden gemistintegendeel, slechts van een leger van redelijke sterkte, goed geoutilleerd, zal de noodwendig te vorderen preventieve werking kunnen uitgaan. Niet minder belangrijk is de taak van de vloot. Het is haar aan wezigheid, welke den tegenstander dwingt om de transportschepen te vereenigen in convooien met krachtige maritieme bescherming. Zou de verdediging van Ned.-Indië alleen aan een luchtmacht worden opgedragen, dan zou er geen reden meer zijn tot het uitzenden van een groot aantal transportschepen. Slechts weinige schepen zouden noodig zijn voor het vervoeren van de troepen macht, waarmede dan zou kunnen worden volstaan voor het uitvoeren van een rechtstreekschen aanslag tegen ons territoir en tegen de bases van de luchtmacht. Bij het ontbreken van een zeemacht zou er al evenmin reden zijn die weinige schepen tot een convooi te vereenigen. Aan de slagluchtmacht zouden dus nagenoeg geen doelen behoeven te worden geboden, welke doelen bovendien, door de gelegenheid, welke voor hen zou bestaan in sterk verspreide formatie door de Indische wateren op te mar ch eeren, moeilijk vindbaar zouden zijn. Het zijn leger en vloot, welke den tegenstander dwingen om voor het plegen van ernstige aanrandingen tegen ons gebied, een 534

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 28