3. DE NABIJE OOST
door
G. Th. SLOTHOUBER.
Gep. Kolonel der Artillerie.
Met een schets).
I. De groote verkeersbanen tusschen West en Oost.
A. Het is zeker niet alleen de kaart van Europa, welke na
den grooten oorlog ingrijpend werd gewijzigdzóó ingrijpend
zelfs, dat tot op den huidigen dag die verandering nog steeds
niet tot stabiliteit heeft kunnen voeren. Een blik op het bij dit
hoofdstuk gevoegde schetsje doet zien, dat ook in De Nabije Oost
groote veranderingen hebben plaats gevonden en daar eveneens
nog steeds voortgaan.
Als wij dan ook tot titel van dit hoofdstuk „de groote verkeers
banen tusschen West en Oost" kiezen, dan is die aanduiding op zich
zelf al weer vrij onbestemd omdat in veler gedachtengang die
verkeersbanen nog steeds de beteekenis hebben vanhet oude
Europa, dat met zijn Aziatische exploitatiegebieden een levendig
verkeer onderhoudt; met Australië, de Indiën, China
Die verkeersstroom is echter evenmin ongewijzigd gebleven in
zijn hierna te noemen samenstellende factoren, noch in zijn
richtingstendenz omdat het Azië van thans niet meer is, noch zijn
kan, het exploitatiegebied dat het eeuwenlang is geweest, en als
hoedanig het door den wereldoorlog definitief werd bevrijd.
Om dit al dadelijk duidelijk te maken, en den lezer tevens
midden in de hedendaagsche wereldproblemen te voeren, willen
wij het een en ander vermelden van wat André Tardieu in de
„Gringoire" van 25 December 1937 schrijft over de houding van
de voornaamste wereldmogendheden ten aanzien van het Chi-
neesch-Japansche conflict 1).
Bij het ontstaan van deze conflicten (men geve ze wat ons
betreft niet den naam oorlog is het vanouds bekende ritueel
der diplomatie toegepastberoep van China op den Volkenbond
dewelke aan het dreigend gevaar weet te ontsnappen door zijn
b Tardieu schrijft zijn Zaterdagsche beschouwingen in de „Gringoire"
met de aan dezen hoogst bevoegden auteur eigen scherpzinnigheid en
helderheid. De zoogenaamde „Notes" worden verzameld uitgegeven door
Flammarion als „La Note de Semair.e 1936" en idem 1937.
540