2. de Air France vliegt een lijn van Marseille over Athene, Tripolis, Bagdad, Karatsji, Rangoon naar Indo-Chine. 3. de Ala Litoria vliegt van Rome over Cairo, Kartoem naar Ethiopië. 4. de Lufthansa zal binnenkort een lijn vliegen van Berlin over Athene, Rhodos, Haïfa, Bagdad, Teheran en Kaboel naar China. De lezers zullen zich wel de proefexpedi- tie herinneren, welke kortelings bijna is verongelukt. 5. de K.L.M. vliegt om de 2 dagen haar bekende Indië-route over Alexandrië, Bagdad, Basra en Karatsji. 6. De Misr Airwork vliegt dagelijks of om de 2 dagen de lijnen Cairo, Haifa, Damascus, Tripolis, Cyprusen Cairo, Haifa, Rutba, Bagdad. 7. de U.S.S.R. vliegt de lijn Moskou, Tifllis, Kaboel. Zooals wij reeds zeiden is dit wereldluchtverkeer, hoe imposant ook de afstanden zijn, in vervoersomvang niet te vergelijken met dien van schip, spoor of auto maar wel demonstreert het, beter dan welk betoog ook, de groote beteekenis van De Nabije Oost in het wereldverkeer. Het feit dat De Nabije Oost dagelijks een luchtpostverbinding heeft met Midden- en West-Europa bewijst dat de Islamietische landen niet langer in diepe rust verkeeren; maar dan ook niet langer onderhandelingsobjecten kunnen wezen tusschen de kanselarijen der Europeesche Groote Mogend heden. De luchtlijnen hebben boven elk ander verkeer nog dit voordeel, dat woestijnen en bergketenen, waarvan De Nabije Oost ruim is voorzien, en die voor de andere verkeersmiddelen zulke groote hinderpalen vormen, voor haar van weinig belang zijn. Daarom kan juist het vliegtuig de meest afgelegen gebieden op de snelste wijze ontsluiten, waardoor hun onderlinge bereikbaarheid wordt vergemakkelijkt en daardoor hun saamhoorigheid vergroot. Maar het zijn niet alleen de groote wereldbanen door De Nabije Oost welke opvallen, veel opmerkelijker is nog het intensieve verkeer tusschen de Islamietische staten onderling en dat binnen die staten. Waar vroeger door het ontbreken van behoorlijke communicatiën de inwoners binnen eiken staat verder van elkan der verwijderd schenen te leven dan bijv. de bewoners van de verst van elkander verwijderde landen van Europa onderling, daar was uiteraard de invloed van het landsbestuur zeer gering en hadden de ver van het bestuurscentrum gelegen gebieden een bijna onbeperkte zelfstandigheid. Nationale saamhoorigheid en samenwerking waren er onmogelijk. Natuurlijk voelden de Regeeringen der Islamietische landen dat ook wel en poogden zij door verkeersverbetering daaraan tegemoet te komen. Doch al die verbeteringen (wegen aanleg, spoorwegbouw) kostten veel geld, en dat had men niet. 549

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 43