richtingen en ook de Rijksbestierder Danoe Redja, benevens Mangkoe Boemi hadden het veege lijf reeds geborgen. In Februari 1829 werd daarop een nieuwe poging ondernomen om tot een vergelijk te komen. Wederom volhardde Dipa Negara in zijn ouden eisch tot erkenning van hoofd over den Islam op Java, en toen na den lOen April het slotbedrijf werd ingezet tusschen Praga en Bagawanta, was practisch het pleit ten gunste van de Nederlanders beslist, vooral toen Sentot den strijd gestaakt had. Den 21en September was Dipa Negara vogelvrij verklaard en achtervolgd door de vijandelijke colonnes was zijn kans tot ontsnappen zeer gering te achten. Men kent den afloop van het slotbedrijfden 16en Februari 1830 stelde Dipa Negara zich ter beschikking van Kolonel Cleerens voor het openen van onder handelingen over beëindiging van den oorlog. Het is niet noodig de oude strijdpunten op te rakelen over het feit of Dipa Negara's gevangenneming te Magelang op 28 Maart 1830 al dan niet gerechtvaardigd is geweest. De meeningen ter zake zijn verdeeld militair gevoel van ridderlijkheid komt bij velen in botsing met redenen van staatsbelang, en het senti ment speelt in aangelegenheden als deze een groote rol. In enkele woorden is de kwestie niet te bespreken zelfs een grondige bestu deering van de situatie vóór en tijdens Dipa Negara's gevangen neming kan o.i. niet tot een positief oordeel leiden. Er blijven in deze aangelegenheid steeds duistere punten zoowel voor- als tegen standers der gevangenneming brengen steekhoudende argumenten naar voren en het valt tenslotte slechts te betreuren, dat over de slotscène van den Java-oorlog zooveel harde woorden zijn geval len, welke aan het aanzien van het Nederlandsche gezag veel schade hebben berokkend en waarvan tot op den huidigen dag de weerslag in de inheemsche maatschappij te bemerken valt. Zeker is, dat door den gevolgden gang van zaken aan Dipa Negara het martelaarschap is opgedrongen, en martelaren hebben een lang leven in de geschiedenis der volkeren, terwijl waarheid en fabel zich meestal met elkaar vermengen. Den lezer toevertrouwend aan de over deze aangelegenheid handelende werken, moet, echter wel worden opgemerkt, dat het eindpunt voor Dipa Negara en Sentot zeer verschillend is geweest 1) Zie voor uitvoerige behandeling, waarbij het pro en contra der gevangenneming zal opvallen E. B. Kielstra in „De Gids" II, 1885 Een en ander omtrent Dipo Negoro, blz. 407 vlg. Verder De Klerck, V, blz. 536 vlg. Tenslotte J. P. Schoemaker in I.M.T., 1893, blz. 407 vlg. en 474 vlg. Vooral Kielstra's artikel geeft, uit militair oogpunt, een zeer objectieven kijk op de zaken, niet alleen over Dipa Negara's gevangenneming, doch over het geheele beloop van den oorlog schrijft de auteur onbevooroordeeld en laat zich niet leiden door zijn gevoel. Hoewel de verhandeling 50 jaar geleden geschreven werd, is zij o.i. één der meest juiste analyses, ondanks het feit, dat geen volledige beschikking over bronnen bestond. 566

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 62