hem de mogelijkheid uw huis te benaderen d.i. zorg het mees terschap ter zee te behouden zoek zoo mogelijk den vijand in zijn eigen gebied op en tracht zijn in- en uitgaand zeeverkeer af te snoeren. Het behoeft wel geen lang betoog, dat het slechts zelden zal voorkomen, dat een keuze tusschen beide stelsels zonder meer tot een bevredigende oplossing zal leiden. Geen maritieme visie toch zal eigen huis verlaten zonder maatregelen te nemen voor afgrendeling van de huisdeur en bewaking van het erf. Illustratief voor dit beginsel is, dat in het maritiem machtige Engeland tijdens den wereldoorlog geëischt werd, dat de Home Defence steeds sterk genoeg zou zijn om een inval van een Duitsch landingsleger van 70.000 man te weerstaan. Maritieme en continentale visie behooren dus geen tegenstellingen te zijn, doch elkander aan te vullen. Gaat het echter om de veiligstelling van een uitgestrekt eilan- dengebied, terwijl slechts bescheiden middelen voor de defensie beschikbaar kunnen worden gesteld, dan zullen beide deelen een zoo groot mogelijk aandeel in de beperkte verdedigingsmogelijk heid verlangen, hetgeen tot een tegenstelling tusschen de visies kan leiden, een, hoezeer onwelkom, niet zóó verontrustend (want internationaal) verschijnsel. Bedenkt men nu, dat de N.-I. Archipel een gebied omvat, zich uitstrekkende over een afstand als van Ierland tot den Oeral, met een breedte van bijkans 2000 km, een gebied, bewoond door een economisch zwakke en over groote uitgestrektheden in de Buitengewesten schaarsche bevolking, dan zal het geen bevreem ding wekken, dat van het verschaffen van een volstrekte onaan tastbaarheid aan Ned.-Indië geen sprake kon zijn. Noodgedwongen moest beperking worden opgelegd in de doelstelling van de weer macht, wilde men deze geen taak opdragen, waaraan Nederland zich zou vertillen. Deze beperking komt al duidelijk tot uiting in het defensie systeem, dat in 1892 voor Ned.-Indië werd vastgesteld. In dit systeem zou Java worden verdedigd door een vloot van artillerie schepen het leger zou steunen door het vrijwaren van de voor naamste havens aan de Noordkust van Java tegen verrassende aanslagen en voorts door, na daartoe samengetrokken te zijn, een ter verovering van Java gelanden vijand te weerstaan. De vloot zou mede zooveel mogelijk de Buitengewesten beschermen aan het leger werd in de Buitengewesten geen defensietaak toe gedacht. Men ziet dus in dit defensie-systeem een lijn getrokken tusschen Java eenerzijds en de Buitengewesten anderzijds. Deze lijn doet wat gekunsteld aan immers de natuurlijke grens voor de taak- verdeeling tusschen zee- en landmacht ligt in beginsel tusschen 512

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 6