nauwkeurige metingen, uitgevoerd op de wijze, zooals aan gegeven in het slot van het gestelde sub B, dus proefonder vindelijk. Mede blijkt uit het voorgaande, dat een onderzoek naar de de nauwkeurigheid van het nomogram van Gonggrijp op grooter hoogte dan 30°, zooals de heer de Jong dit doet bij zijn beschouwing over de nauwkeurigheid der nomogrammen, overbodig is, omdat, zooals reeds gezegd, op die hoogten voldoende betrouwbare resultaten der azimuthsbepaling niet mogen worden verwacht. Critiek op de nauwkeurigheid boven genoemde grens, al dan niet juist, valt geheel buiten het betoog. In de repliek, wordt voorts aangehaald, dat het nu gebrui- kelijke artilleristische nomogram eveneens voor geheel Indië bruikbaar kan worden gemaakt; de consequenties daarvan worden echter niet naar voren gebracht, zoodat wij deze even zullen aanstippen. Teneinde genoemd doel te bereiken, moeten de velden I en II uitgebreid worden tot kaartkilometer 972, d.i. op den equator. Deze uitbreiding brengt een vergrooting van het nomogram mede van ongeveer 25 cm in hoogte. De afmetingen van het nomogram binnen de buitenste grens lijnen zouden daardoor 52 bij 43 cm worden, in tegenstelling met het nomogram van Gonggrijp, dat slechts 38 bij 40 cm is. Waar in het nomogram Schmitz (de Jong) de verbindingslijn voor de azimuthsbepaling altijd moet worden gedacht (ge trokken) van AB in veld I naar CD, dus over de volle hoogte van het nomogram, zal de fout in het azimuth door vervor ming (rekking en krimping, a.a.z.) van het papier zeker grooter zijn dan bij de veel kortere verbindingslijnen in het nomogram Gonggrijp. Voorts blijkt uit de repliek, dat veld II van het artilleris- tisch nomogram, eventueel op een vergroote schaal kan worden geteekend, waardoor de nauwkeurigheid der inter polatie wordt vergroot. Nemen we aan, dat we inderdaad dit veld twee maal zoo groot maken, dan zou genoemd veld, geschikt voor geheel Ned.-Indië, een hoogte verkrijgen van 15,8 cm bij een breedte van 22 cm, waardoor de afmetingen van het geheele nomogram binnen de werkgrenzen ongeveer 60 bij 50 cm zouden bedragen, hetgeen wel een zeer belangrijk verschil is met het nomogram van Gonggrijp. Daarnaast moeten we nog opmerken, dat de interpolatie der zonshoogte in veld II voor metingen nabij den equator zeer moeilijk zal worden. Immers de 38 convergeerende lijnen in dat veld convergeeren naar den top gelegen op een geographische breedte van 972 kkm, zoodat juiste interpolatie over een strook van ongeveer 150 a 200 kkm van den equator af onmo- 579

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 75