584 welken aard ook. De heer van Vessem heeft gisteren door een redeneering a contrario en ad absurdum getracht aan te toonen, dat er wèl afspraken en verbintenissen zouden zijn het spijt mij voor den heer Van Vessem, maar ze zijn er niet. Ik kan niet anders zeggen ze zijn er niet en ze zijn er ook nooit geweest, zoover mijn heugenis gaat. In Indië ben ik lange jaren, ook als ondergeschikt ambtenaar, belast geweest met de behandeling van dergelijke zaken naar mijn herinnering van 25 jaren is mij echter nooit iets gebleken van eenige afspraak, van eenig protocol, van eenige regeling, welke ook. De heer van Vessem heeft gisteren als voorbeeld aangehaald de rede van onzen gezant te Londen, ter gelegenheid van Empire Day, en hij heeft gevraagdwelken indruk zou het niet gemaakt hebben, indien onze gezant in Berlijn een dergelijke rede had ge houden Mijnheer de Voorzitter De heer van Vessem, als classiek gevormd man, kent natuurlijk het gezegde, dat elke vergelijking hinkt, maar de zijne hinkt niet, de zijne strompelt, want tusschen Engeland en ons bestaat deze relatie, dat Singapore ligt midden in ons gebied, dat Singapore is het centrum van verkeer in Oost-Azië, uitstekende bijna in het hart van ons gebied. Het is zoo, dat een Engelschman mij eens zeide Singapore is een half-Hollandsche haven. Men ziet de Hollandsche vlag daar op tientallen schepen. Daarom is het aan gewezen, dat er een nauwe relatie bestaat tusschen de Nederlanders en de Engelschen door middel van uitwisseling van berichten en van politiezaken. Dergelijke relaties hebben altijd door bestaan. Ik stel er prijs op, te verklaren, dat Nederland consequent blijft voeren datgene, wat de geachte afgevaardigde noemde een zelfstandige neutraliteitspolitiek. Ik hoop niet, dat de geachte afgevaardigde zal zeggen, dat hij de initiator is geweest van die zelfstandigheidspolitiek. Neen, die neutraliteitspolitiek voeren wij reeds zoolang als mijn geheugen reikt. De verdediging van ons Indië eischt, dat leger en vloot zijn inge richt op zoodanige wijze, dat zij blijk geeft van onzen zeer beslisten wil om ons gezag onder alle omstandigheden te handhaven, op eiken vierkanten kilometer van ons territoir, van de uiterste grens van de territoriale zee tot de toppen van de hoogste bergen. Tot voor betrekkelijk korten tijd kon men een dergelijke doelstelling wel in abstracto noemen, maar niet in de practijk verwezenlijken, gezien de enorme uitgestrektheid van ons territoir, maar de ontwikkeling van de techniek in de laatste jaren heeft de verwezenlijking van die doelstelling gebracht binnen de grenzen van de mogelijkheden, die wij kunnen overzien. Het is de ontwikkeling van de vliegtechniek geweest, vooral in de laatste jaren, die heeft aangetoond, dat met betrekkelijk geringe hulp, met betrekkelijk geringe financieele hulp middelen ook, het mogelijk is de theoretische doelstelling, welke ik zoo juist noemde, in practijk om te zetten. Nu is het merkwaardige daarbij, dat in de bestaande grondslagen voor de verdediging en de organisatie van de weermacht in Indië, welke grondslagen van 1927 dateeren, dus vóór de ontwikkeling van de techniek, ondanks de veranderingen in de techniek, naar mijn overtuiging geen wijzi ging behoeft te worden gebracht. De heer de Savomin Lohman heeft er gisteren op gewezen, dat punt 8 van die grondslagen z.i. niet voldoende naar voren bracht het veranderde standpunt, dat thans practisch kan worden ingenomen en de geachte afgevaardigde heeft aangedrongen op een wijziging van die grondslagen. Ik zou den geachten afgevaardigde willen vragenwhat is in a name De heer de Savomin Lohman Ik heb nog liever schepen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 80