593
Infanterie.
Nieuwe organisatie van het Am. inf.regiment.
In D.W. 1938, nr. 12 worden bijzonderheden vermeld inzake de reorganisatie
der Am. inf., welke sedert eenigen tijd in beproeving is en waartoe het
29e R.I. tot een proefregiment is omgevormd. Behoorden de mitr.cien.
vroeger tot de batn., thans zijn zij met de overige zw.inf.wapens in een
4e bat. van het reg. vereenigd. De lt.mitm. zijn vervangen door nieuwe
(Browning), terwijl het Springfieldgeweer voor alle gw.dragenden is ver
vangen door een halfautom. geweer. Voorts is het reg. gemotoriseerd. De
organisatie van het proefreg. is als volgt
a Staf met stafcie b Treincie c 3 batn. a staf (beperktz.n. aan te vul
len met vb. personeel en -mat. van de stafcie.), 3 cien. a 3 sien. a 2 halfsien.
a 3 gpn., waarvan 1 lt.mitr.gp. d 1 bat.zw.inf.wapens a 1 mitr.cie. van
12,7 mm, 3 idem van 7,6 mm en 1 cie.mrtn. van 81 mm.
Bij de stafcie. van het reg. is een sie.verkenners en motor ordonnansen
ingedeeld. De sterkte aan vb.personeel en -mat. houdt rekening met de
reeds genoemde aanvulling der bat.stn. De vroeger bij de stafcie. ingedeelde
sie.pi. is vervallen.
De treincie. bestaat uit 1 munitieauto, 1 verplegings- tevens keukenauto
en een bagageauto.
De lt.mitr.gpn. der fus.cien. hebben elk 2 It.mitrn. op steunvoeten ver
beterde lt.mitm. zijn nog in beproeving.
De door de vervanging van het Springfieldgw. opgevoerde vuursnelheid
en de daardoor ontstane grootere behoefte aan mu. hebben met betrekking
tot den mu.aanvoer nog geen oplossing gevonden.
Het bat.zw.inf.wapens heeft per cie. 12,7 mitrn. 12, per cie. 7,6 mitrn.
8 en per cie.mrtn. 6 stukken. Het geheele bat. wordt op vrachtauto's ver
voerd terwijl nog naar een lichte terreinauto wordt gezocht, om, na het
verlaten der vrachtauto's, verder vervoer mogelijk te maken. De totaal
sterkte van het proefreg. bedraagt ongeveer 113 offn. en 2450 man. De
berichten maken den indruk, dat het geheel, ook v.w.b. tactisch gebruik,
nog lang niet „ausprobiert" is (verg. de gegevens uit A.O. Jan. '38 in I.M.T.
nr. 4, blz. 396).
Infanteriegeschut der Kon. Landmacht.
In een geïllustreerd artikel bespreekt le-Lt. 't Sas in Mav. van April
'38 bovengenoemd geschut. Vermeld wordt, dat het Ned. reg.inf. een cie.
dezer wapens zal krijgen, onderverdeeld in 3 sien. a 3 stukken. Het stuk
bestaat uit den vuurmond, den mu. voorwagen en de tractie, waarvan nog
niet is uitgemaakt of zij zal bestaan uit een trekpaard of een terreinauto.
Ook de juiste constructie van den voorwagen staat nog niet vast. Voort
beweging door menschentrekkracht is mogelijk door het kanon met den
loop naar voren te doen trekken door 4 manschappen, waarbij een afneem
baar wiel aan den affuitstaart de besturing mogelijk maakt. De affuit heeft
afneembare raden gevuurd kan worden met en zonder raden aan de
affuit in het laatste geval rust de affuit op den staart en twee affuit-
beenen. De raden hebben rubber-celbanden, welke bestand zijn. tegen
treffers, doch bij versnelden gang zoo groote schokken veroorzaakten, dat
beschadigingen optraden. Een gewone luchtband is daarom in beproeving
genomen. De richtmiddelen bestaan uit keep en korrel en een kijker
vizier.
Verschoten worden de brisant-pantsergranaat en de gewone brisantgra-
naat. Laatstgenoemde heeft een belangrijk meer gebogen baan (Vo resp.
660 m/sec. en 330 m/sec.).
Hoewel niet besproken, wijst het gebruik van twee soorten mu. op aan
wending als inf.geschut en pags., waarvan de dubbele mu. uitrusting o.i.
niet het eenige nadeel uitmaakt.
