601
waarin deze de stelling zou hebben geponeerd, „dat de steeds aan de vloot
toegedachte taak verdediging der buitengewesten, vooral op de bommen
werpers zou moeten worden overgedragen, omdat zooals nog onlangs van
gezaghebbende Marine-zijde is verklaard onze kruiservloot geen kracht
tegen kracht zal mogen inzetten". Insider voelt hierin een discriminatie van
de vloot en verzucht„Indien er geen voldoende middelen zijn om zoowel
land- als zeemacht te geven wat elk harer noodig heeft, is het niet juist,
dat een dezer twee onmisbare deelen der defensie in den hoek wordt gedrukt
om aldus voor het andere meer gelden voor het eigen defensiedeel te kunnen
krijgen." De in den hoek gedrukte zou dan de marine zijn.
Deze artikelen gaven den militairen medewerker „E" van „De Java Bode"
aanleiding in een artikel „Nogmaals Leger en Vloot ongewenschte tegen
stellingen", gesteld in de editie van 12 Mei van dat blad—o.i. zeer terecht
op te komen tegen de door „Insider" vermeende tegenstellingen tusschen
deze beide deelen van de weermacht. Met als motto „Geen spoken zien,
waar zij niet zijn", vangt „E" zijn betoog aan met de opmerking, dat hij
overigens Insider's bedoeling om elke tegenstelling tusschen leger en vloot
te vermijden naar waarde schattende zich genoopt ziet op diens artikel
te antwoorden. „Insider" toch heeft door de inkleeding van zijn betoog en
zijn wijze van argumenteeren, met de bedoeling het groote publiek dat den
lezerskring van een dagblad uitmaakt voor te lichten, zijn doel voorbij
gestreefd en zichzelf gestoken in het kleed van een schepper en verscherper
van tegenstellingen. „E" merkt op, dat zij die de Indische dagbladen geregeld
hebben bijgehouden, tot de conclusie moeten zijn gekomen, dat h.t.l. juist
in den laatsten tijd en dit omvat de laatste jaren van legerzijde daarin
zelfs niet is gezinspeeld op een mindere belangrijkheid van de door de zee
macht in oorlogstijd te spelen rol. Evenmin werd van marine-zijde in het
publiek over het leger geschreven. Het scheen zoo langzamerhand zelfs een
goed gebruik te zijn geworden, dat de publicisten van leger en vloot zich
niet uitlieten over de deelen van de weermacht, waarvan zij niet afkomstig
zijn. Zelfs al zou zulks in de Hollandsche dagbladpers wel het geval zijn
geweest waarvan „E" echter geenszins overtuigd is „dan zien wij",
zoo zegt E zeer terecht, „daarin nog geen aanleiding om den pennestrijd naar
Indië over te brengen en daardoor wellicht .beroering te wekken
juist in een tijd, dat wij hier alle spankracht noodig hebben om de weermacht
in den kortst mogelijken tijd op peil en paraat te houden. „E" betreurt het
dan ook, dat „Insider" zijn artikel niet in de pen heeft weten te houden.
Voorts stelt „E" aan de orde, dat hij in de hiervorenvermelde Kamerstuk
ken betreffende de redevoeringen van Gnl.Bajetto, nergens iets denigreerends
voor de vloot heeft kunnen ontdekken. Integendeel, t.a.v. de luchtmacht is
voor de vloot in de organisatie van de weermacht, minstens een even groote
plaats ingeruimd als voor het leger.
Verder gaande voert „E" aan, dat wat de vergelijking tusschen de land
en marine-bommenwerpers betreft, de door Gnl.Bajetto gestelde slechts een
nadere belichting is geweest van de vergelijking, welke reeds eerder, nml.
in het Voorloopig Verslag en door anderen, is gemaakt. Iets onaangenaams
over de marine is „E" niet tegengekomen. O.i. terecht vraagt „E" zich af, of
wanneer „Insider" de rede van den generaal samenvat en weergeeft, zooals
hij het gedaan heeft, een gevolg wellicht van de wijze waarop hij het betoog
heeft aangevoeld, hij zich dan zelf niet schuldig maakt aan het vormen van
tegenstellingen.
Ook bij het doorwerken van de door „Insider" bestreden publicatie van
Gnl.Berenschot in „De Waag" kan „E" tot geen andere conclusie komen,
dan dat Gnl.B. slechts heeft betoogd, dat door de aanwezigheid van de
Glenn-Martins thans wel kracht tegen kracht kan worden ingezet, een
beginsel overigens, dat door het leger steeds zal worden nagestreefd. Een
discriminatie van de vloot, hoe gering ook, heeft ,,E' evenals wij in
het betoog van Gnl. B. niet kunnen ontdekken.