Wat vooral ontmoedigend is voor de Japanners, is het feit, dat
de ontwikkeling van het Chineesche leger tot wat het nu is
geworden, voornamelijk is te danken aan de Japanners zelf, die
9 maanden lang al lag dat ook niet in hun bedoeling voor
het Chineesche leger de beste leermeesters zijn geweest, die zich
de Chineesche militaire autoriteiten hadden kunnen wenschen.
Al terugwijkende heeft men tijd gevonden uit den onuitputtelijken
voorraad menschenmateriaal nieuwe legers op te bouwen (op dit
oogenblik zouden 400.000 man modern uitgerust en geoefend
gereed staan), uit te rusten met de in den beginne ontbrekende
moderne strijdmiddelen en te oefenen volgens de lessen geleerd
uit de geleverde gevechten.
Het spreekt van. zelf, dat de moderne uitrusting beperkt is tot
slechts een deel van het leger ook al wordt per week naar
gezegd wordt een gewicht van 2000 ton aan krijgsmaterieel en
munitie in China ingevoerd. Echter kan nu Generaal ChiangKai
Shih overal, waar de Japanners een ernstig offensief beoogen, een
zeker getal moderne, gemotoriseerde en gemechaniseerde divisies
in het veld brengen, hetgeen de Japanners tot steeds grooter
krachtsinspanning zal dwingen en hun voortgang steeds meer zal
vertragen, zoolang zich voor de Chineesche regeering geen moei
lijkheden van internen aard voordoen.
Ook daarnaar ziet het op het oogenblik niet uit. De besluiten
van het jongste congres van de KuoMinTang te Hankow hebben
een einde gemaakt aan alle geruchten over oneenigheid in den
boezem der regeering en over verzwakking van de positie van
generaal ChiangKaiShih. Het gevaar voor een militaire débacle
schijnt ook geringer te worden.
In onze vorige correspondentie spraken wij het vermoeden uit,
dat de Japanners tegenover KaiFeng eene sterke troepenmacht
hadden samengetrokken, waarvan de bedoeling wel niet anders
kon zijn, dan door een aanval op KaiFeng de Chineezen te nopen
den weerstand bij HsuChow op te geven, teneinde niet van Han
Kow te worden afgesneden. Maar ook alweer tengevolge van
de grootere krachtsontwikkeling der Chineezen wordt de mogelijk
heid voor de Japanners om op twee punten tegelijk een ernstig
gemeend offensief te beginnen steeds geringer, indien zij niet
het aantal troepen, reeds in China aanwezig, aanzienlijk vermeer
deren. En voor zoover men kan nagaan hebben zij reeds ten
minste 22 divisies in China en ManchuKuo.
In de vorige correspondentie meenden wij reeds te mogen
twijfelen aan het succes van het offensief in ShanSi. Op dit
oogenblik kan men wel met stelligheid zeggen, dat dit offensief
geheel is mislukt, aangezien de toestand in die provincie nog steeds
is zooals in Februari, zij het dan ook, dat de Japanners nu boven
dien verschillende steden in het z. deel van ShanSi hebben
bezet. Terwijl daar Chineesche colonnes weer binnen dringen,
558