troepenofficier bereikbaar zijn, zal zich dan ook niet door de schrijftafel mogen laten afschrikken, want welke richting hij ook uit zal gaan, steeds zal hij dat onmisbare meubelstuk op zijn weg ontmoeten. Het is echter geenszins „administratie" in den engeren zin van het woord, die den intendant zoo vaak aan zijn schrijftafel bindt1), maar steeds betreft het de schriftelijke behandeling van onder werpen, waarbij hij zijn in zoovele richtingen verworven kennis heeft toe te passen. Natuurlijk passeeren ook tal van „staatjes" zijn schrijftafel, maar ook deze vinden steeds hun reëelen achter grond in de magazijnen, bij den troep of in het bedrijfsleven een ervaren en ingewerkt intendant besteedt aan dezen onvermijde- lijken paperassenstroom niet veel tijd, zonder daarbij ook maar eenigszins afbreuk te doen aan de groote waarde van zijn inter mediair voor het stellen van een handteekening, een visum, een paraaf, of iets van dien aard. Want hoe onvermijdelijk het Inten dance-werk achter de schrijftafel ook is, het kan alleen goed worden verricht, wanneer de intendant daarnaast een regelmatig en innig contact onderhoudt met de leveranciers, de bewaarders en de verbruikers van de verplegingsartikelen, dus onderschei denlijk met le het particuliere bedrijfsleven en de betrekkelijke landsinrich- tingen 2e de magazijnsbeheerders en de aan hunne zorg toevertrouwde voorraden 3e den troep en de daarbij in gebruik zijnde of te verbruiken verplegingsartikelen. De aard van het Intendance-werk brengt dus mede, dat de intendant zich zooveel mogelijk los maakt van de schrijftafel. En inderdaad blijkt de intendance-officier zijn bureau nog al eens te moeten verlaten, zooals voor inspecties, keuringen, opnamen, proefnemingen, menage-onderzoek, verkenningen, verpleging van troepen op meerdaagsche oefening, besprekingen met militaire of burgerlijke autoriteiten of met particulieren, enz. Behoudens een enkel kantoor op het hoofdbureau, is het werk van den intendant dan ook ongetwijfeld levendig en afwisselend te noemen, tenzij men, hetzij uit gemakzucht, hetzij wegens verkeerd inzicht, het ambulante buitenwerk veronachtzaamt. Wat echter aan het intendance-werk een bijzondere bekoring verleent, is de omstandigheid, dat men altijd in het belang van groote groepen werkzaam is. Gaat het bij den gewestelijken dienst nog maar om garnizoenen of het gewest, op het hoofdbureau vindt 632 h Het zou immers alleen „magazijnsadministratie" kunnen zijn en deze wordt geheel door „magazijnmeesters" gevoerd en nagezien.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 20