De snelheid van de bevordering kan men beter buiten beschou wing laten, want hieromtrent valt vooral t.a.v. kleine korpsen vooraf niets met zekerheid te voorspellen. Rest nog te wijzen op de bestaande kwade kans, dat men na genoten opleiding niet voor overgang naar de Intendance in aan merking komt, maar dit punt kan beter worden ter sprake gebracht bij de beantwoording van de volgende vraag Wie naar de Intendance Vroeger betrok de Intendance hare aanvulling geheel uit het korps officieren van de Militaire Administratieom redenen, welke hier onvermeld kunnen blijven, is hierin geleidelijk veran dering gekomen en zoo telt het korps thans 9 officieren, afkomstig van de wapens, tegen 8 van de Militaire Administratie, terwijl van de 5 officieren, die thans in opleiding zijn, er slechts één van de Militaire Administratie afkomstig is. Op zichzelf speelt het echter geen rol, of men van de wapens of van de Militaire Administratie afkomstig is, aangezien beide richtingen voor het later te verrichten intendance-werk hunne voor- en nadeelen hebben. Wel zal het aanbeveling verdienen, indien steeds enkele gewezen administratie-officieren tot het dienstvak behooren, omdat van de administratieve scholing, welke deze officieren hebben genoten, vaak een dankbaar gebruik kan worden gemaakt voor de behandeling van onderwerpen, liggende op het gebied van admi nistratief en comptabel materieel beheer, schadeverhaal, raming en bewaking van begrootingscredieten, e.d. Overigens is het geheel afhankelijk van iemands persoonlijke ambities en kwaliteiten, of hij tot een goed intendant kan worden opgeleid, waarbij eener- zijds de troepen-officier zijn tekort aan administratieve kennis zal dienen in te halen, doch anderzijds de administratie-officier wellicht nog veel meer moeite zal hebben, om op het gebied van de zuiver militaire wetenschappen en kundigheden zijn achter stand in te halen. Wat het tijdstip betreft, waarop men zich moet aanmelden, wordt aanbevolen het toelatingsexamen af te leggen in het 6e dienstjaar als officier. Men heeft dan voldoende gelegenheid gehad, om Indië en het leger te leeren kennen, terwijl men anders' toch spoedig met buitenlandsch verlof zou gaan. Voorts heeft men dan nog kans op een snelle bevordering tot kapitein, aangezien men dan reeds in het 11de dienstjaar voor overgang naar de Intendance in aanmerking komt. Eén van de belangrijkste punten, waaromtrent men zichzelve heeft te onderzoeken, is echter, of men geen gevaar loopt na genoten opleiding niet voor overplaatsing bij de Intendance te wor den aanbevolen. Dit is vooral voor de troepenofficieren een kwalijk iets, want zij zijn dan voor hunne verdere vooruitzichten weer geheel op het eigen wapen aangewezen en ondervinden dan 634

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 22