natuurlijk de nadeelen van een afwezigheid aldaar gedurende ruim 4 jaren. Bovendien zal men hun hij het eigen wapen wellicht ten kwade duiden, dat zij dit den rug hebben willen toekeeren, terwijl het mislukken van deze poging opzichzelf ook al geen gunstigen indruk maakt. Hier staat tegenover, dat veel van hetgeen op de H.K.S. wordt geleerd, ook voor den dienst bij de wapens van groot nut is en een afwezigheid uit den eigenlijken troependienst van gelijken of langeren duur voor andere doeleinden evenzeer voorkomt zonder merkbare schade voor de verdere vooruitzichten van betrokkenen, zoodat hier eigenlijk slechts sprake is van het over winnen van een misplaatst vooroordeel. Hoe het ook zij, het is beter zich alleen aan te melden voor de intendance-opleiding, wanneer men voor zichzelf ervan over tuigd is over zoodanige capaciteiten te beschikken, dat een succes volle afloop daarvan te verwachten valt. Dit vereischt natuur lijk de noodige zelfkennis bij de gegadigden, doch het zal aanbe veling verdienen het eigen oordeel nog eens te toetsen aan dat van een chef, een ouderen collega of zoo mogelijk een intendance-officier. Voorts is het misschien niet overbodig er op te wijzen, dat ook zij, die niet beschikken over veel studiezin, werkkracht en door zettingsvermogen, beter doen zich niet voor deze opleiding aan te melden, want er moet op de H.K.S. (en ook later bij de Inten dance) vaak hard worden gewerkt, om tot een bevredigend resul taat te komen. Ook zal uit de beschouwingen omtrent den aard van het inten dance-werk zijn gebleken, dat er steeds veel redactie-werk valt te verrichten, zoodat een goede beheersching van de Nederlandsche taal en in het bijzonder het vermogen om zijn gedachten vlot, juist en beknopt op schrift te kunnen stellen ook voor een intendant een „conditio sine qua non" is. Het is niet onmogelijk, dat wij met vorenstaande aanwijzingen enkele adspiranten hebben afgeschrikt; het zal echter tevens duidelijk zijn, dat zulks voor de Intendance noch voor betrokkenen te betreuren is. Wij hopen er echter wel in geslaagd te zijn den lust, om zich voor de Intendance aan te melden, te hebben opgewekt, of zoo hij al bestond te hebben vergroot bij hen, op wier komst de Inten dance wel prijs stelt, omdat zij door hunne prestaties er zelf toe zullen bijdragen, dat het een eer is intendant te zijn. De toelating. x) Om te worden toegelaten voor de intendance-opleiding, moet te Bandoeng een toelatingsexamen worden afgelegd, hetwelk 635 1) Alle officieele bepalingen hieromtrent zijn opgenomen in de A.O. 1891 nr. 25 en 1892 nr. 10.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 23