en vele honderden vliegtuigen van land- en zeemacht1), de Chineezen te nopen hun stellingen ten n.o. van HsuChow op te geven. Wederom heeft de betere uitrusting culmineerende in een groot getal tanks en een overweldigend getal vliegtuigen de overwinning behaald op de grootere getalsterkte. De tanks, die eiken tegenaanval op de stormende Japansche troepen onmogelijk makeh, de vliegtuigen, die de uit de stellingen terugwijkende troepen verder vernietigen. De artillerie speelde hier een onderge schikte rol, zij leverde de beste diensten bij het bresschieten in de muren der steden, welke muren de vliegers niet hebben kunnen ver nielen. Het is daardoor begrijpelijk, dat de Japansche infanterie, waar tanks en vliegtuigen haar den marschweg vrijmaken, in het algemeen geringe verliezen lijdt, terwijl deze aan Chineesche zijde ontstellend hoog zijn. De jongste Japansche opgaven stellen de Chineesche verhezen in den 2den HsuChow-slag tot op 24 Mei op ongeveer 240.000, inbegrepen 103.000 dooden op het slagveld achtergelaten. Wat de bijna 140.000 niet-dooden zijn (krijgsge vangen, gewond daaromtrent zegt het bericht niets. Vermoe delijk zullen wel weinig krijgsgevangenen gemaakt zijn, weshalve het getal van 140.000 waarschijnlijk betrekking zal hebben op het vermoedelijke aantal Chineesche troepen, dat zich nog in meer of minder opgelosten toestand in z. ShanTung, n. KiangSi en n.o. AnHwei bevindt. Verscheidene hiervan hebben tot opdracht daar te blijven en den guerilla-oorlog te organiseeren, terwijl een ander deel er nog in slagen zal zich weder bij de hoofdmacht aan te sluiten. Het lijkt aldus meer waarschijnlijk, uitgaande van het getal van 103.000 dooden, dat het totaal der verliezen 160 a 170.000 niet overschrijdt. Ook aan materieel hebben de Chineezen niet onbelangrijke verliezen geleden, welke volgens de jongste berichten bedragen 96 kanonnen, 270 zware en 832 lichte mitrailleurs, 17.400 geweren, 9 millioen patronen en 44.500 granaten (waarvan blijkens eene andere opgave 40.000 handgranaten), 14 tanks en pantserauto's, 86 locomotieven en 2031 spoorwagens (niet vermeld is het gedeelte, hetwelk hiervan vernield is) Intusschen gaat de strijd langs de LungHai in w. richting voort. 26 Mei namen de Japanners TangShan, 27 Mei MaMuTsi en den 28en KweiTeh. LanFeng door de Doihara-divisie op 21 Mei geno men, is sedert den 27en weder in Chineesch bezitde Japanners schijnen daar in eene zeer benarde situatie te zijn geraakt. Zij zijn nu reeds dagen lang ingesloten in een 5 km breede strook ten n.w. van LanFeng tusschen de spoorbaan en de Gele rivier. De Doihara-operatie is mislukt door het Chineesche tegenoffensief, waaruit blijkt, dat de offensieve geest der Chineesche troepen door den tegenslag bij HsuChow niet heeft geleden. Dit offensief 1) Een vliegtuigschip lag geankerd nabij HaiChow. 660

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 48