gaf den Chineezen gelegenheid met 150.000 man nieuwe troepen tusschen KaiFeng en ChengChow eene nieuwe stelling te vol tooien, tegenover de nu vermoedelijk langs twee wegen naar de PingHan oprukkende Japansche legers, n.l. de troepen van generaal Terauchi (langs de LungHai en n. van de Gele rivier) en die van generaal Hata (van HoFei uit in de richting van HanKow, gesteund door de vloot op de JangTze, welke eerst bij KiuKiang op een ernstige rivierversperring schijnt te zullen stuiten). Het verloop van den strijd om de HsuChow-stelling heeft alweer alle oude waarheden bevestigd. Geen stelling is sterker dan haar zwakste punt. Hier bestond die zwakheid in het feit, dat haar vleugels geen van beide aangeleund waren. Dus werd zij, toen de Japanners gewaar werden, dat de frontaanval hun op te zware verliezen kwam te staan, op beide vleugels omvat, welke omvat ting moest slagen omdat de passieve verdediging tenslotte altijd het onderspit moet delven. Slechts het offensief kan tot de over winning leiden. Een offensief is echter alleen mogelijk, wanneer men over de middelen beschikt, hetgeen in het geval der Chi neezen wil zeggen „uitrusting" (vliegtuigen, tanks en artillerie) want soldatenhebben zij genoeg. ShangHai, 31 Mei 1938. 661

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 49