doch zelfs -dit eenvoudige zal in de practijk moeilijk blijken te
zijn. Een patrouilleopleiding in de diepste rimboe, ver uit de
buurt van bewoonde oorden, kan er toe medewerken, bij den
jongen officier soldatendeugden op te wekken of te ontwikkelen
als zelfstandigheid, verantwoordelijkheidsgevoel, pbchtsbesef,
saamhoorigheid, zelfvertrouwen, doorzettingsvermogen, hoog
moreel, besluitvaardigheid, inzicht in het terrein en opmerkings
vermogen, alle eigenschappen, welke hij vroeg of laat op het
juiste oogenblik in mindere of meerdere mate zal moeten weten
te benutten. Eventueele boschvrees kan door dergelijken patrouille
gang worden overwonnen. Voorts zal de patrouillecommandant
nergens anders in staat zijn om het contact met zijn troep zoo
nauw te onderhouden als tijdens deze patrouilles, waarbij hem alle
gelegenheid wordt geboden tot waarneming van de geestelijke,
lichamelijke en karaktereigenschappen van den soldaat. Deze
waarneming dient ook te geschieden door den instructeur ten
opzichte van zijn leerling.
De waardeering voor de prestaties en karaktereigenschappen
der ondergeschikten komt in de buitengewesten en vooral gedu
rende de meerdaagsche patrouilles, waar lief en leed met elkaar
gedeeld worden bijzonder tot haar recht.
De theoretische opleiding omvat o.a. de behandeling der vol
gende onderwerpen
1. Een algemeen overzicht van de krijgsgeschiedenis van het
gewest. Atjeh is een gewest, dat het meest geschikt is om de
studie in de krijgsgeschiedenis van het Kon. Ned.-Ind. Leger aan
te moedigen. Te Koetaradja is bij wijze van spreken elke vierkante
meter grond „historische grond", daarbuiten wordt de geschie
denis afgelezen op schier elk terreinvoorwerp.
2. De belangrijkste krijgsbedrijven der verschillende patrouille
ressorten van het gewest.
3. De leering, welke uit de krijgsgeschiedenis is te trekken,
voornamelijk uit die van den patrouilleactietijd. Deze leering is
te halen door studie van bepaalde patrouilleacties, welke de mili
taire memories en de voorbeelden uit het voorbeeldenboek van
het V.P.T.L. in overvloed ter beschikking stellen.
De tactische uitvoering eener actie, waardoor een succes werd
behaald of waardoor een échec werd geleden, moet onder de
loupe worden genomen en critisch besproken.
4. De troependislocatie in het gewest, welke tevens behandeld
moet worden in verband met de geschiedenis, welke aan deze
huidige dislocatie is voorafgegaan.
5. Land- en Volkenkunde.
De belangrijkste onderwerpen, welke den jongen officier behoo-
ren te worden bijgebracht, zijn
671