in het Wahabisme zij 't dan op zijn manier. De Turksche legers, die werden uitgezonden om Franschen èn Wahabieten te bevech ten, werden door beide tegenstanders verslagen waarop Napoléon zijnerzijds den Wahabieten nog eenige bloedige klappen uitdeelde „Les provinces de l'empire ottoman qui parient arabe, appe- „laient de leurs voeux un grand changement, et attendaient „un homme zooals Napoléon het vroolijk noemt in zijn „Mémoires". De Waha bieten kunnen zich „dien man" nu herinneren uit de geschiedenis der bloedbaden van Jaffa en Akka Eindelijk scheen het Wahabisme toch de overwinning te heb ben behaald. Maar van wege de voortdurende gevechten om de heilige steden waren de pelgrims ten slotte weg gebleven2). Deze vormden steeds de voornaamste levensbron van geheel Arabië zoodat het gevolg een economische crisis was, als nooit te voren beleefd, welke de stammen in opstand bracht tegen de Waha bieten. Uiteindelijk werden deze verslagen door de Egyptenaren, die Riad, de hoofdstad van de Nedsjd, veroverden en den Waha- bietenleider gevangen namen. Plechtiglijk werd daarop zijn hoofd afgeslagen op het plein voor de Sophia-kerk, terwijl alle leden van de familie Saoed in Caïro werden gevangen gezet. Ook wij hebben in Ned.-Indië met den godsdienststrijd der Wahabieten kennis gemaaktdeze fanatieke geloofsstrijders heb ben tegen onze Regeering een 16-jarigen krijg gevoerd, den Padri oorlog, van 1821 tot 1837. Uit Hooyer's Krijgsgeschiedenis, Deel I, blz. 125 e.v., willen wij het volgende overnemen omtrent de aan leiding tot dezen oorlog 617 „Het verlangen dezer bergbewoners om zich onder de bescherming „van het Indisch Gouvernement te stellen, had zijn grond in hun „vrees van door de Padri's geheel te worden ten onder gebracht. „Deze Mohammedaansche secte had haar oorsprong te danken aan „drie hadji's, die in Arabië de toepassing der strenge, zuiverende „Wahabitische wets-opvatting in volle glorie hadden aanschouwd, en, „vol geestdrift voor deze, haar zeiven in practijk gingen brengen, „terwijl zij in 1803 als hervormers van de in godsdienstig en zedelijk „opzicht diep verbasterde bevolking der Padangsche Bovenlanden „optraden. In het begin vonden zij steun bij den alom vereerden Toean- „kce Nan Toea, die zich echter later aan de beweging onttrok en „zich bij den vurigen Mohammedaan Toeankoe Nan Rintjeh aansloot. „Al spoedig ontstond een steeds in omvang toenemende strijd tusschen „de aanhangers dezer in het wit gekleede hervormers en de van hun „strenge leer afkeerige, en aan haar soekoe- of geslachtsbesturen „gehechte bevolking. Onder vóór- en tegenspoed, terwijl Bondjol, Zie I.M.T. 1936, Nr. 1, blz. 12 e.v. 2) Wij zullen later zien, dat de tegenwoordige Koning Ibn Saoed met precies de zelfde moeilijkheid te kampen heeft gehad hij heeft haar echter glansrijk overwonnen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 5