De inrichting van het Europeesche en van het Landschaps- bestuur, de inrichting van een kampong en van het kampong- bestuur, een kort begrip van de Inheemsche rechtspleging, de godsdienst, zeden en gewoonten van het volk, de inrichting der woningen, omgang met hoofden en bevolking, titulatuur, de bestaansmiddelen, strijdwijze en strijdmiddelen van het volk, de namen der voornaamste landschapshoofden van het gewest en de beknopte historie van het land. Voor het gewest Atjeh leveren de klassieke werken van den Atjehkenner bij uitnemendheid Dr. C. Snouck Hurgronje en de standaardwerken van J. Kreemer volop studiemateriaal. Men moedige ook de studie aan van de taal van het volk. 6. Terreinleer. Het nut dezer studie wordt door velen over het hoofd gezien. Er zijn er zelfs, die deze studie thans overbodig achten, sinds de topografische dienst van de meeste landstreken in de buitengewesten, nauwkeurige kaarten in druk heeft gebracht of nog bezig is de triangulatie en de opname der nog niet gekaar- teerde gebiedsdeelen ter hand te nemen. Eenig inzicht in deze materie is voor de practijk in de buiten gewesten, waar men zich nog ten deele moet behelpen met min of meer onnauwkeurige overzichtskaarten op kleine schaal, onmisbaar en kan den patrouillecommandant niet slechts de onaan genaamheden besparen eener hongerpatrouille, doch tevens zijn inzicht in het terrein en vooral in het bergterrein, verhoogen. De belangrijkste onderwerpen van terreinkunde, welke in aan merking komen om met den jongen officier te behandelen zijn a. Een kort begrip van het doel der triangulatie en in grove trekken de algemeene gang van zaken eener terreinmeting. b. De theorie der bergstructuur. c. Het gebruik van het kompas als meet- en als oriëntatie instrument. d. Eenig begrip van traceeren van wegen. Voor den practischen dienst worden beoefend a. Een vluchtige meting van een patrouilleroute met kompas gedurende den patrouillegang, zonder hierbij het marschtempo te vertragen. b. Het kaartlezen (hoofdzakelijk in bergterrein). 7. Verbandleer en het gebruik van in den verbandtrommel aanwezige geneesmiddelen (Uiteraard wordt dit onderwerp behan deld door een officier van gezondheid). 8. Pionierkunst (het bouwen van vlotten, bruggen en marsch- bivaks, het aanleggen van transportwegen, het gebruik van spring middelen) Er zijn n.l. in dit gewest nog landschappen, waar aan leg van wegen en bruggen onder militair toezicht geschiedt. 9. De studie van het Maleische karakterschrift behoort door den jongen officier te worden onderhouden. 672

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 60