6. VLIEGMEDISCHE AANTEEKENINGEN (II)
door
A. R. BEST,
Officier van Gezondheid bij de Luchtvaartafdeeling.
(Slot; zie I.M.T. 1938 nr. 5).
De indicaties voor het zieken- en gewondenvervoer per vliegtuig.
Voor het vervoer van patiënten per vliegtuig gelden indicaties
en contra-indicaties, waarvan de laatsten de belangrijkste zijn.
In het algemeen kan men zeggen, dat wanneer er kans is dat
de toestand van den patiënt door het luchttransport verergert,
dit transport dient te worden vermeden. Het is echter de vraag
of het dan op een andere manier beter zal kunnen gebeuren.
Wil men de contra-indicatie scherper stellen, dan moet men
onderscheid maken tusschen de absolute en relatieve. Het kan
voorkomen, dat een absolute terug is te brengen tot een relatieve
en omgekeerd dit zal naderhand worden toegelicht.
De contra-indicatie is absoluut, wanneer de toestand van den
patiënt door het luchttransport ongetwijfeld zal verergeren en er
geen behandeling kan worden ingesteld, die deze verslechtering
kan tegengaan. Een voorbeeld hiervan is een borstwond, waarbij
mediastinaal emphyseem is opgetreden. De kleinste vermindering
van den luchtdruk bij stijgen naar slechts enkele honderden meters
geeft een uitbreiding van het emphyseem, wat hartstilstand ten
gevolge kan hebben. Ook gaszieken, bij wie longoedeem is op
getreden, mag men niet per vliegtuig vervoeren.
De contra-indicatie is relatief, wanneer men mogelijke compli
caties tijdens of voor de vlucht kan voorkomen of behandelen.
Dit houdt in dat de patiënt gedurende het vervoer door een
bevoegde moet worden gecontroleerd. Een voorbeeld hiervan is
een gewonde, waarbij een longaandoening is te verwachten en die
tijdens het transport zuurstof kan inademen. Dit geldt ook voor
het vervoer van bepaalde hartpatiënten.
De voornaamste contra-indicaties zijn
1. gedecompenseerde hartgebreken (asthma cardiale)
2. cardiovasculaire aandoeningen, waarbij een plotselinge dood
kan worden verwacht (angina pectoris; aneurysma aortae;
sterke hypertensie met kans op apoplexie)
675