9. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN.
691
eerste over een grootere ervaring kan beschikken, doordat die zooveel
langer bestaat.
Gesteld al, dat het inderdaad zoo is, zal het leger zich dan niet
spoedig een even groote ervaring weten te verwerven, nu er van die
zijde alles op gezet zal worden, dien tak van de weermacht ten volle
aan zijn bestemming te doen beantwoorden en bij een uitstekende
samenwerking tusschen de beide vliegdiensten, die als vanzelf sprekend
is aan te nemen, van die meerdere ervaring alle profijt getrokken
kan worden
In dit verband mag wel eens herinnerd worden aan hetgeen in 1930
is geschied, toen de kustbatterijen, tot verdediging van de vlootbasis
en andere havens, van de marine naar het leger overgingen. Ook toen
betwijfelde men van sommige kanten in de marine, of het leger die
taak wel op even goede wijze zou kunnen vervullen, maar de ervaring
heeft sindsdien wel duidelijk bewezen, dat de defensie van Indië door
dien overgang allerminst geschaad is. Zoo zal men er ook ten opzichte
van het luchtwapen verzekerd van kunnen zijn, dat het leger ten
volle in staat zal blijken, om uit dat wapen te halen, dat er met
eenige mogelijkheid uit te halen is.
Wanneer Indië zal kunnen beschikken over een krachtige offensieve
luchtmacht van machtige landbommenwerpers tot den hoogst moge
lijken graad van efficiency opgevoerd, steunende op verschillende
over de Buitengewesten verspreide vliegvelden benevens over een vloot
van klein materieel en een leger, zooals dit thans wordt uitgerust,
zal daarmede een betere beveiliging van onzen Archipel verkregen
worden, dan volgens de plannen van Onze Vloot het geval zou zijn.
Geleidelijke versterking van de legerluchtmacht moet daarom voorop
staan en waar die zeker binnen het bereik van onze financieele mid
delen valt, zou het om de woorden van Generaal Bajetto aan te
halen de dwaasheid ten top gevoerd zijn, een bedrag van 250 mil-
lioen gulden te besteden voor de uitbreiding van een klein materieel-
vloot, die nimmer een zoo groote beveiliging zal kunnen geven.
Red.
Amerikaansche ervaringen met gemot, colonnes.
B.B.S.M. van April 1938 vermeldt hieromtrent het volgende, n.a.v. met
200 voertuigen gehouden proeven
1. Tusschen de voertuigen en marscheenheden van 25 voertuigen werden
verschillende afstanden beproefd, varieerende van 10 tot 100 m. Meestal
waren de afstanden grooter dan was bevolen, zoodat het aanbevelens
waardig schijnt om te bevelen, dat de afstanden worden geregeld i.v.m.
de veiligheid.
2. De snelheid varieerde van 15 tot 55 km/u. Laat de weg een gemiddelde
snelheid van 35 km/u toe, dan varieert de snelheid van het voorste
voertuig van 30 tot 50 km. De overige voertuigen mogen om een
vergrooten afstand te verkleinen een snelheid, welke 25 km grooter
is dan die van het voorste voertuig, niet overschrijden.
Andere proeven, waarbij de eenheid bestond uit een reg.inf., een afd.art.,
een pel.genie., pag., ld.geschut en een reparatie cie. (te zamen 325 voertuigen)
leverden de volgende ervaringen op
1. De colonne-cdt. moet zich achter de voorhoede bevindenhij moet
beschikken over verscheidene radiostations en een 12-tal motor
ordonnansen.