695 meer ging bestaan in het voeren van den strijd op zeer korten afstand en het handgemeen, welke gevechtshandelingen in den stellingoorlog van grootere beteekenis werden dan in den bewegingsoorlog. Voor het jaar 1918 meende de D. legerleiding zoodanig gunstige voorwaarden te hebben geschapen voor den inf.strijd op korten afstand (Stosztruppverfaliren) dat daarmede de overgang naar den bewegingsoorlog kon worden geforceerd. Hoofdbestanddeelen van den av. zouden zijn een art.voorbereiding, gevolgd door een vuurwals, waarachter de inf. zou aansluiten en waarbij de stoottpn. de intact gebleven weerstanden moesten opruimen. Dat dit laatste tijd kostte en dikwijls nieuwen art.steun noodig maakte, welke lang niet altijd tijdig kon worden gegeven, waren o.m. de oorzaken van het mislukken van den D. opzet, het komen tot den bewegingsoorlog. Ook werkte hiertoe mede de nog niet voldoend onderkende eisch, dat de aanvallende D. inf. beschikken moest over voldoende wapenen tegen tanks en vliegtuigen, wilde zij haar av. kunnen doorzetten trots de door deze moderne middelen ondersteunde vij .tegenaanvallen. In vergelijking met het „Stosztruppverfahren" voldeed het optreden der Entente-tpn. in den zomer 1918 beter de tanks bleken minder tijd noodig te hebben, om intact gebleven weerstanden op te ruimen en konden verderen art.steun beter ontberen. Dat het succes tegenover de, vooral op het gebied van tankafweer, onvoldoende D. vdd. niet grooter is geweest, wijt het artikel aan den te schematischen opzet van den aanval en aan de te weinig krachtige houding van leiding en tpn. bij de Eng. en Fr. Wil men, zoo eindigt het artikel, voortredeneeren in de richting, welke de ontwikkeling der inf. bij het einde van den wereldoorlog volgde, dan zou men kunnen zeggenin de toekomst schijnt die inf. het best geschikt te zijn voor den av., wier aanvalskracht, naast ruime toebedeeling van vlakbaanvuurwapenen niet in de laatste plaats voor pantser- en vlieger- afweer is opgevoerd dcor vermeerdering van 'het aantal en van de beweeglijkheid der krombaanvuurwapenen. Binnen den algemeenen opzet van den av., welke op massaïnzet van art., tanks en vliegtuigen gegrond moet zijn, dient deze inf. het „Stosztruppverfahren" toe te passen. In de vdd. kan in de toekomst alleen die inf. succes bereiken, die ruim voorzien is van pantser- en vliegerafweerwapens en die gebruik maakt van natuurlijke zoowel als van kunstmatige hindernissen tegen vewn. Zij moet, sterk in de diepte geëchelonneerd, vechten in steunpunten ()rAnklam- ■merungspunkten"waar de verschillende inf.wapenen zoodanig zijn ingezet, dat zij eikaars vuuruitwerking tot een volledig geheel aanvullen. Slechts op deze wijze optredend en gesteund door een sterke art., kan de inf. er in slagen, den aanvaller zoodanig op te houden en te verzwakken, dat hij niet meer bestand is tegen den tegenaanval, welke door achtergehouden inf., ondersteund door art., vewn. en vliegtuigen, dient te worden ondernomen. v. S. Artillerie. Organisatie, bewapening en tractie. Engeland. C.A.J. Mrt.-April meldt, dat besloten is, de Eng. art. evenals de Am. te splitsen in 2 deelen t.w. A. rijd.-, vd.- en middelb. bijn. B. ku.- en ld.art. met de bijbehoorende zin. Volgens D.W. 16 is in overweging, de „3 schwerfalligen Abteilungen zu 4 Batterien zu je 6 Geschützen" per div. te reorganiseeren tot 6 afdn. van 3 bijn. a 4 stun. Wij vestigen hier bijzonder de aandacht op i.v.m. het pleidooi van gnl. Buchalet voor zesstun. bijn. (zie I.M.T. 1937, blz. 1140 e.v.). Denemarken. B.B.S.M. April bericht, dat de Deensche art. in de toekomst zal bestaan uit 1 reg. ld.art. en 3 regn. vd.art., welke tezamen tellen 4 afdn. vd., 4 afdn. vd.mot. en 3 afdn. zw. mot.art., allen a 3 bijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 83