706 De luit. t/z. Ie kl. A. J. Bussemaker is van oordeel, dat het leger over een slagluchtmacht moet beschikken, doch dan uitsluitend voor de verde diging van Java. Voorts krijgt men volgens debater, het meeste rendement van den vliegdienst, wanneer de vlgn. bestemd voor de actie boven zee tot de marine behooren ligt het zwaartepunt der actie boven land, dan moeten zij een onderdeel van de landmacht vormen. Vervolgens wijdt debater eenige beschouwingen aan de verdediging van de vlootbasis Soerabaja tegen luchtaanvallen. Hij vreest, dat de offensieve verdediging met bommenwerpers niet het gewenschte succes zal hebben, daar een tegenstander in elk geval vlgn. van een vlg.kampschip zal kunnen doen opstijgen vóór dit vaartuig door onze vlgn. en verdere vlooteenheden is verkend. Ook het optreden 's nachts met groote vliegboot-bombardeurs, voor de brandstofvoorziening steunende op hulp-schepen, acht debater mogelijk hiertegen kunnen de landbws. niets doen. Debater bepleit daarom aanschaffing van jachtvlgn. voor de luvdd. van de vlootbasis, naast uit breiding van luchtafweermiddelen op den grond (ld.geschut a.a.) Kap. M. antwoordde hierop, dat een scheiding tusschen de lucht boven zee en boven land gekunsteld is. Ook het terugdringen van de taak der legerbws. tot uitsluitend de vdd. van Java, geeft een uit krijgskundig oogpunt onaanvaardbare beperking van de gevechtsmogelijkheden dezer vlgn. De wijze van aanvallen met vlgn. door den vijand, zooals debater zich dat voorstelt, acht Spr. niet zoo eenvoudig uitvoerbaar. In hoeverre indeeling van jachtvlgn. t.b.v. de vdd. van aan zee gelegen objecten doeltreffend mag worden geacht, bespreekt Spr. bij de beantwoording van Mj. Zegers. De off. vlg. 2e kl. J. M. Uytenhoudt bestreed de meening van kap. M., dat voor de verdediging van Indië het landvlg. in de eerste plaats komt. Debater legde speciaal den nadruk op de strategische mobiliteit, welke in Ned.-Indië beter te verwezenlijken is met een watervlg. In verband met deze beschouwingen kwam spreker er toe, voor Java, waar de strategische mobiliteit niet, zoo urgent is, landvlgn. te prefereeren, maar voor de vdd. van de buitengewesten heeft de marine, aldus debater, juist gehandeld met zich voorshands op watervlgn. te blijven te concentreeren. Kap. M. merkt hiertegenover op, dat een strategische mobiliteit van in grooter verband optredende watervlgn. slechts mogelijk zal zijn, indien deze voor hun actie kunnen steunen op vlg.bases deze aan zee gelegen zijn zeer kwetsbaar en eveneens over het algemeen kostbaar. Bases voor landvlgn. kunnen veilig, diep landinwaarts worden aangelegd. Voorts heeft het wielvlg. een grootere gevechtswaarde dan een vlg.boot van gelijke grootte. Onze Archipel met zijn tallooze eiln., slechts gescheiden door smalle zeeën en zeestraten biedt geen bezwaren voor een optreden van landbws. Mj. J. G. W. Zegers vestigde de aandacht op de wenschelijkheid van een aanzienlijke versterking der totale weermacht door uitbreiding van het luchtwapen, zonder een tegenstelling te scheppen tusschen land- en zeemacht. Hij acht een voldoend krachtige slagluchtmacht voor Ned.-Indië onontbeerlijk. Voorts geeft debater een uiteenzetting, dat „shore based, aircraft" in beginsel superieur is aan shipborne aircraft". Ook in andere landen wordt de beteekenis van den landbommenwerper, eveneens voor gebruik boven zee bij de verdediging van eilandengroepen, ingezien. Debater geeft echter voor speciale taken o.m. voor het zeer langdurig en op zeer groote afstanden buiten de kust uitvoeren van verkenningen aan het zeevlg'. de voorkeur. Deze vlgn. dienen ook voor het uitvoeren van bom bardementen in het kader der vlootoperatiën geschikt te zijn. Deze bombar dementen zullen echter nooit op voldoende wijze in de plaats kunnen treden van die van een voor strategisch en massaal gebruik georganiseerde slag luchtmacht van landbws. Debater merkt voorts cp, dat kap. M. de directe luchtvdd. van de vlootbasis vrijwel niet in beschouwing heeft genomen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 94