In het jaar 622 door Moehammad uitgedragen, veroverde de
Islam in één grooten zegetocht Azië en Afrikabeheerschte hij
tot aan de 13e eeuw welhaast de geheele toen bekende wereld,
van Frankrijks grenzen tot Achter-Indië. Steeds nieuwe Aziatische
volken in zich opnemend won hij voortdurend veld. Vooral de
Osmanen droegen sterk bij tot de uitbreidinguit de steppen
van Azie gekomen namen zij het Khalifaat over en plantten in
1453 de banier met de halve maan op de groote Sophia-kerk in
Konstantinopel. In de 15e eeuw regeerde Sultan Soeleiman, de
Prachtige, een Osmaansch rijk, dat reikte van Gibraltar tot aan
den Indischen Oceaan, en van Egypte tot aan den Kaukasus het
strekte zich uit over Noord-Afrika en het gansche Middellandsche
Zee-gebied en zelfs Hongarije was zijn vazal. In 1529 belegerde
Soeleiman Weenen, de burcht van het toenmalige Europa, maar
vermocht haar niet te nemen. Hiermede was het einde van de
wereldheerschappij van den Islam gekomen. Soeleiman's opvol
gers waren zwakkelingen, die de verwording in den Islam niet
vermochten te keeren 17e en 18e eeuw gaven van den Islam
nog slechts een beeld van despotisme, anarchie en moord.
Ook in Arabië heerschte de chaos. Het eens zoo vruchtbare
land was ten onder gegaanen met het opdrogen der wadi's
verzengde tevens het geloof. Toen in 1700 Moehammad ibn Abdoel
Wahab werd geboren was van de eertijds geweldige macht van
den Islam weinig meer overgebleven. Hij was de man die geroe
pen scheen om de leer van den Profeet nieuw leven in te blazen.
Alom toch heerschten weelde, onverschilligheid en bijgeloofeen
ledig formalisme en een ritus zonder diepte vormden alles wat
van de oude leer was overgebleven. In 1750 besloot Abdoel Wahab
om het volk weder tot het oude geloof terug te brengen en vooral
tot de letterlijke opvolging van de voorschriften van het Heilige
Boek. Hij predikte reinheid, eenvoud en terugkeer tot Koeran
en Soenah (overlevering) en bestreed weelde en bijgeloof.
Vóór hem waren reeds meer wijsgeeren 1) doende geweest om
het oude geloof in eere te herstellen. Maar zij waren allen geleer
den, die ijverig philosopheerden, en uitleggingen van den Koeran
gaven, doch die het geloof niet met het zwaard verbreidden, zelfs
615
b Professor H. J. Nauta vestigde onze aandacht op het werk van Al
Ghasali. Deze Perzische leeraar (1058—1112) heeft zijn wijsgeerige beschou
wingen neergelegd in een boek Kimia es sa'ada, het elixir der gelukzaligheid.
Uit dit zeer omvangrijke werk is in de serie Religiose Stimmen der Völker
eene bewerking verschenen onder den titel: Al Ghasali, Das Elixir der
Glückseligkeit, aus den Persischen und Arabischen Quellen in Auswahl
übertragen Von Hellmut Ritter. Verlag: Eugen Diederichs, Jena.
Professor Nauta merkt omtrent dit boekje op Ik wijs U op dit mooie
werkje als U iets wilt lezen over den geest van 't Oosten, zooals die zich
onder de Islamieten heeft ontwikkeld.
Wij kunnen het onzen lezers warm ter bestudeering aanbevelen.