5. DE OPLEIDING VAN DEN JONGEN OFFICIER VOOR ZIJN TAAK ALS PATROUILLECOMMANDANT IN DE BUI TENGEWESTEN IN HET ALGEMEEN EN IN HET GEWEST ATJEH EN ONDERHOORIGHEDEN IN HET BIJZONDER door A. DOUP, Majoor, Commandant van het korps Maréchaussee. Elke opleiding voor één der vele commando's, waarvoor een jong officier van het Kon. Ned.-Ind. Leger kan worden gesteld, moet voldoen aan bepaalde eischen en voorwaarden. Zulks geldt niet alleen t.a.v. de opleiding voor een commando bij een onderdeel van de troepenmacht op Java, doch ook voor een commando bij een onderdeel, hetwelk in de buitengewesten hoofdzakelijk belast is met de uitoefening van de politiek-politioneele taak. Iedere compagniescommandant op Java zal ongetwijfeld volle aandacht besteden aan het gestelde in punt 37 van het V.O.I. „De compagniescommandant zal zijn bijzondere aandacht wijden aan de opleiding van de jongere officieren en het kader, ook voor den dienst in de buitengewesten" doch de factoren „tijd" en „terrein gesteldheid" zullen remmend blijven werken op een intensief prac- tische opleiding van den jongen officier voor zijn taak in de bui tengewesten in het algemeen en voor die van patrouillecomman dant in het bijzonder. Aan den jongen officier, die als regel toch al licht geneigd is, om aan het begrip „patrouillegang" een sportieve beteekenis te hechten, in den zin van „het afleggen van maximum afstanden in minimum tijden" moet het juiste begrip van zijn preventieve taak als patrouillecommandant in de buiten gewesten practisch en theoretisch grondig worden bijgebracht. Uit een ingediend patrouilleverslag is over het algemeen niet te constateeren of een patrouille voortdurend volgens de voor geschreven bepalingen geloopen, gerust of gebivakkeerd heeft, m.a.w. of door den patrouillecommandant voortdurend volle aan dacht is besteed aan de patrouillediscipline en aan een zorgvuldige uitvoering van de patrouilletechniek in haar geheelen omvang, tenzij de „bijzondere mededeelingen" in het verslag, één of ander voorval (ongeluk of échec) vermelden, dat een uitgebreid onder zoek eischt. In zoodanige gevallen zal meermalen aan het licht komen, dat de patrouilletechniek te wenschen heeft overgelaten. 662

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 50