wordt dus gunstiger, behalve voor het geval een aanval wordt gedaan juist over een batterij heen. Maar de vliegtuigen zijn nu gekomen op een hoogte waarop ze binnen het bereik komen van het lichte automatische geschut. In het geval van fig. 3 wordt de toestand al bijzonder gunstig daar nu de geheele kritische zone door 4 batterijen wordt be streken. Een opstelling welke het midden houdt tusschen de gevallen van fig. 1 en fig. 3 is dus ook bij deze aanname een goede oplossing. Krijgen we te maken met snellere vliegtuigen op grootere hoogte, dan moeten we ons de grenzen van de kritische zone naar buiten verlegd denken. Ook dan is een opstelling gelegen tusschen geval 1 en 3 goed. Doch we mogen wel aannemen, dat de vlieg tuigen niet veel hooger dan 5000 m zullen aanvallen en met geen grooter snelheid dan 300 km/uur. De practijk in Spanje heeft uitgewezen, dat aanvallen op groote hoogte en met groote snel heid uitgevoerd weinig kans van slagen bieden, aangezien de trefkans van de bommen dan zeer gering is. De groote snelheid van moderne bommenwerpers wordt in de eerste plaats gebruikt om snel bij het doel te komen en om te ontsnappen aan de vlieg tuigen van den tegenstander. Tijdens den bommenrun zal deze snelheid wel aanmerkelijk verminderd worden ten einde de trefkans niet te zeer in ongunstigen zin te beinvloeden. We kunnen nog meer combinaties maken tusschen snelheid en hoogte, maar bij het construeeren van de overeenkomstige figuren zal steeds blijken, dat een opstelling tusschen geval 1 en 3 een alleszins bevredigende oplossing geeft. Ten slotte kan dus de uitspraak worden gedaan, dat we de batterijen in geen geval te ver van het object moeten opstellen, maar liefst dicht bij, daarbij echter een behoorlijke verspreiding van de doelen op den voorgrond plaatsende. Afgescheiden van het feit, dat als gevolg van de steeds toene mende snelheid van de bommenwerpers de jachtvliegdienst niet meer in staat zal zijn een object afdoende te beschermen, omdat het effect van een dergelijke bescherming geheel afhangt van de tijdige meldingen van de luchtwachten, kan wel worden gezegd, dat een plaats welke aan zee gelegen is nimmer door een jacht vliegdienst te beschermen is, ook niet ingeval alleen minder snelle vliegtuigen te verwachten zouden zijn, omdat het nu eenmaal practisch uitgesloten moet worden geacht aan de zeezijde een voldoende luchtbewaking in te stellen. Met de ld. artillerie is dit wel eenigszins anders. Zooals we zagen, neemt de intensiviteit van het vuur toe, bij plaatsing van de batterijen dichter bij het object, zoodat het zeer goed mogelijk is een dergelijke plaats aan de zeezijde te verdedigen met ld. 730

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 14