Toch stond Zij er niet afwijzend tegenover, hoewel uit Haar uitlatingen ook blijkt dat er andere bezwaren zijn, welke ook na afloop der crisis blijven bestaan. Gelijk in de inleiding reeds werd medegedeeld, zijn wij thans zoover, dat vermoedelijk binnen enkele jaren deze aangelegenheid haar beslag zal hebben gekregen. Gezien de stemming ten gunste, mogen wij aannemen dat velen aanstonds een postrekening zullen openen. Vermoedelijk zullen de Inheemsche bevolkingsgroepen vooralsnog weinig profijt van den postcheque en -girodienst kunnen trekken het gemis van een burgerlijken stand en van handteekeningen in latijnsche karakters vormen o.m. belemme ringen. Doch deze bezwaren zullen ongetwijfeld kunnen worden ondervangen, zoodat mag worden aangenomen, dat de Indische postchèque en -girodienst zich t.z.t. zal mogen verheugen in de zelfde populariteit als die, welke de Nederlandsche overheidsgiro geniet. Ook de militairen individueel zullen van dezen dienst kunnen profiteeren. Doch zooals in den aanvang dezes werd vermeld wij dienen ook na te gaan, in hoeverre de legeradmi- nistratie daadwerkelijk bij die invoering is gebaat, en dan dienen wij eenigszins andere eischen te stellen. De Koninklijke Nederlandsche Landmacht werkt reeds sedert verscheiden jaren met den postchèque en -girodienst, welk systeem tot op heden dus in vredestijd goed voldoet. De soldijen worden in contant geld uitbetaald, evenals hier te lande ook zou moeten geschieden. De bedragen der soldijen zijn doorgaans te klein om bij te schrijven op een postrekening, terwijl zij ook vrijwel direct worden uitgegeven. Spaarders onder de soldij- genietende militairen zullen de postspaarbank blijven prefereeren. Afgezien van het feit, dat een rekening voor elk soldij genietend militair den kwartiermeester wekelijks handenvol werk zou geven, blijft het gelijk, of het bedrag der soldijen, welke contant worden betaald, per postchèque dan wel per betalingsopdracht van het postkantoor (Landskas) worden ontvangen. De postchèque en -girodienst zou wel zijn nut kunnen hebben voor de betalingen aan de enkele duizendtallen militairen op maandelijksche bezol diging, alsmede aan buiten het Leger staande personen en instel lingen. Wij vragen ons echter af, of het afgeven van postchèques (voor de niet-rekeninghouders: de verplichting om een rekening te openen, bestaat niet en girobiljetten (voor de rekening houders) voor den kwartiermeester voordeelen bezit boven de afgifte van betalingsopdrachten. De betalingsopdrachten beperken zich v.w.b. tracternenten voor één per compagnie. Bij invoering van een postchèque en -girodienst moet daarentegen voor iedereen een apart formulier worden uitgeschreven. Ook hier dus geen werkbesparing doch zelfs werkvermeerdering. Voorts is in comptabelen zin het betrekkelijke strookje van postchèque of girobiljet geen kwitantie, (evenmin als een post- 751

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 35