754
welk geval het bedrag van het betalingsbewijs niet hooger mag zijn dan
20.000.dan wordt het betrekkelijk contrölepostkantoor door het Hoofd
bestuur hieromtrent ingelicht, teneinde dit kantoor in staat te stellen het
betrokken bij- of hulppostkantoor eventueel de benoodigde gelden toe te
zenden.
15. De in punt 11 bedoelde adviezen van betalingsbewijzen behoeven
niet aan het Hoofdbestuur van den P.T.T.-dienst te Bandoeng te worden
gezonden, indien met den Landsdienst enz. hiervoor een afzonderlijke rege
ling is getroffen.
16. In die gevallen zijn deze adviezen door den rekeninghouder af te
geven aan den Chef of beheerder van het plaatselijk kantoor der posterijen,
die ze, na legalisatie van de handteekeningen van de rekeninghouders op
de achterzijde van de adviezen, aanhoudt ter vergelijking met de betalings
bewijzen, dan wel doorzendt naar het kantoor der posterijen dat voor de
verzilvering der betalingsbewijzen is aangewezen.
17. Overdracht van betalingsbewijzen (endossement) is niet toege
staan.
Bronnen
De Indische Gids, 55e jaargang. Een postchèque en -girodienst in Neder -
landsch-Indië, door M. A. J. Kelling.
Wetenschappelijk Jaarbericht I.K.V. 1931 1935.
Giroverkeer en Nederlandsch-Indië, door A. M. Boers, Kol. Studiën
1934/11.
De Circulatiebank, door Argentarius. Uitg. H. A. Kramers Zn. Rot
terdam.
P.T.T.-dienstvoorschriften.
Pers-artikelen.