Wij willen m.b.t. dit betreurenswaardige conflict, waarbij de voorzitter en later het Dagelijksch Bestuur dezer overigens steeds zoo loyale politieke partij ontoelaatbare, immers krijgstucht onder mijnende, critiek uitoefende slechts wijzen op de fundamenteele beteekenis van de krijgstucht voor de weermacht, waarvan even- vermeld partijbestuur blijkbaar niet is doordrongen. Zoo spreekt het Fransche Reglement de discipline générale van ,,La discipline faisant la force principale des armées, terwijl Generaal Tanant zegt „Sans discipline, la force matérielle devient illussoire et la force morale n'existe même pas" een uitspraak, te stellen naast die van Boutroux over de moreele kracht„Mais ces forces morales qui sont toutes-puissantes a la guerre ne sont pas préci- sément la bravoure et l'énergie des individus comme tels, mais bien l'union des ames, qui multiplie la force de chacun par la force de tous. Les forces morales sont essentiellement des forces d'unification, de cohésion, de coordination. Elles transfigurent et spiritualisent le nombre". Tornt men aan de discipline, dan is het met de waarde van de weermacht spoedig gedaan. Tanant toont dit ten overvloede in zijn interessant werk (zie noot 2)met voorbeelden overtuigend aan. Het Kon. Ned.-Ind. Leger zal daarvoor gespaard blijven. Het hiervoren weergegeven Regeeringstandpunt geeft daarvoor gelukkig volle garantie. B. Programma der legerreorganisatie. 1 van de alg. opmerkingen van de M. v. A. op de begrooting 1939 (Ond. 1. Afd. VIII stuk 6) vermeldt hieromtrent: 785 Heer Sol, militaire gehoorzaamheid en discipline op hare juiste waarde schattend, tegen de bewuste uitlatingen protest heeft doen hooren. Zijn opvatting wordt ongetwijfeld in het officierscorps gedeeld. Officieren zien dan ook terecht wel in dat het voor hen onwenschelijk is om voor deze vereeniging een candidatuur voor plaatsen in ver tegenwoordigende lichamen te aanvaarden en daardoor den schijn te wekken als zoude de wijze waarop het defensiebeleid aan critiek werd onderworpen, bij hen geene ernstige bezwaren ontmoeten. ■De onderhanden legerreorganisatie beoogt naast belangrijke ver sterking der luchtstrijdkrachten en luchtafweermiddelen verstevi ging van de bestaande organisaties. Voor dit laatste zullen geen nieuwe groote eenheden worden opgericht, doch zullen de organisatie en uitrusting van de bestaande worden verbeterd en uitgebreid naar de volgende richtlijnen infanterie uitbreiding van het aantal automatische wapenen, zoowel op Java als in de buitengewesten, en van het aantal mortieren oprichting van pantserafweereenheden en vechtwagentroepen artillerie uitbreiding van de kustartillerie en verbetering van de artilleriebewapening van het veldleger b „La discipline dans les armées frangaises", door Général Tanant, blz. 286.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 73