9. UIT DE PERS. In het Utrechtsch Nieuwsblad van 11 Juni 1938 troffen wij de volgende interessante bijdrage betreffende defensie van de hand van Vice-Admiraal b.d. Mr. J. Jager. 788 LUCHTWAPEN PRIMAIR VOOR INDIË'S VERDEDIGING. Land- en zeemacht moeten innig samenwerken om de beslissende slagen op het juiste moment te kunnen toebrengen. Duikboot als hoofdwapen voldoet niet meer. Vormt slagschip voor doelstelling van Nederlandsche vloot een minder geschikte eenheid Ieder, wien de verdediging van ons Koninkrijk ter harte gaat, zal met belangstelling hebben uitgezien naar twee gebeurtenissen, die onlangs plaats vonden n.l. de reeds geruimen tijd geleden aangekondigde persconferentie van den Minister van Defensie en de rede door zijn ambtgenoot van Koloniën in de Eerste Kamer over de verdediging van Nederlandsch-Indië gehouden bij de behandeling van de begrooting voorons gebiedsdeel in Oost-Azië. Zoo belangrijk, helder en zakelijk als deze laatste was, zoo weinig zeggend was de eerste, terwijl men allicht het tegenovergestelde verwacht zou hebben. Weer zeer duidelijk bleek ook hieruit, dat, al moge de defensie van Indië een aangelegenheid zijn, die het geheele Kabinet aangaat, de Minister van Koloniën degeen is, die dat deel van het Regeeringsbeleid vooral behartigt en daarvoor de grootste verantwoordelijkheid draagt, wat ook geheel over eenkomstig de Indische Staatsregeling is. Wie het verslag van den Regeeringspersdienst over de door den Minister van Defensie gehouden persconferentie leest, zal een gevoel van teleur- steling krijgen over het weinige, dat die bewindsman over de maritieme verdediging van ons uitgestrekte eilandenrijk heeft gezegd en krijgt allicht den indruk, dat deze zich met eenige algemeenheden van voor hem lastige vragen heeft afgemaakt. Dat Indië met vliegtuigen alléén niet te verdedigen is, zal ieder, die weet, wat er aan die verdediging vastzit, beamen en daarmede drukte Z.Exc. dus een open deur in. Maar het punt, waar het thans vooral om ging en waarover een duidelijke uiteenzetting zeker op haar plaats zou zijn geweest, is, of de kracht van onze Indische defensie gelegd moet worden, in de boven- en onderwatervloot of in het luchtwapen. Uit zijn mededeelingen aan de Volksvertegenwoordiging wist men reeds, dat deze Minister het kruiservraagstuk als een afgedane zaak beschouwde, maar met deze apodictische bewering heeft hij zeker niemand kunnen over tuigen, eerder het tegendeel. De controverse kruiser-vliegtuig het hij thans rusten, alhoewel de conferentie hem alle gelegenheid zou hebben kunnen bieden zijn standpunt nader toe te lichten. Zeer merkwaardig is evenwel zijn uitlating, dat hij niet tot den bouw van een slagschip wil overgaan, omdat, naast financieele overwegingen, zoo danig schip voor de doelstelling van de Nederlandsche vloot een minder geschikte eenheid zou vormen. Men kan zijn oogen haast niet gelooven, als men zoo'n argument leest

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 76