790
aanvalsgelegenheid te scheppen, maar doordat al die vaartuigen tot de zee
macht behoorden, ging het primaire van de machtskern samen met het
secundaire der andere weermiddelen. Algemeen werd toen de taak der
vloot als primair beschouwd, maar die berustte voornamelijk op de kracht
van het duikbootwapen.
Daarin is nu echter een belangrijke wijziging gekomen en hoe beslist
noodig naar 's Ministers oordeel onderzeebooten, als onderdeel van een
harmonisch samengestelde vloot ook mogen zijn, de afweermaatregelen
daartegen zijn allengs zoo afdoende geworden, dat er practisch niet aan
te denken valt, daarmede een goed beschermde vijandelijke scheepsmacht
ernstig nadeel toe te brengen. Als hoofdwapen, waaraan de primaire verde
digingstaak kan worden toevertrouwd, voldoet het duikbootwapen niet meer
en dit moet derhalve tot een wijziging van het verdedigingssysteem leiden.
De machtskem moet dus op andere wijze worden samengesteld en dank
zij de groote evolutie van het vliegwapen heeft men die in het machtige
landbombardementsvliegtuig gezocht, van welks onmisbaarheid de Minister
van Defensie ook volkomen overtuigd is, maar helaas is hij er niet toe
kunnen komen deze ingrijpende veranderingen in het systeem van de
Indische verdediging duidelijk in het licht te stellen. Het is dan ook be
grijpelijk, dat velen der aanwezigen ter persconferentie, wat het maritieme
deel der uiteenzettingen betreft, teleurgesteld heengingen.
Een geheel andere geest ademde de rede van den Minister van Koloniën
in de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Aan onze klein-materieel-vloot
deed hij alle recht wedervaren en hij wees er op, dat door de inrichting
van Ambon als hulpbasis voor die vloot, een actie in het Oostelijk deel
van den Archipel mogelijk was geworden. Hij zag de taak der zeemacht
in eerste instantie als een verkenning en bewaking van de toegangswegen
naar het hart van ons eilandenrijk, maar hield ook terdege rekening met
de mogelijkheid, dat een vijandelijke scheepsmacht zou doorbreken en dan
onze Buitengewesten, behoudens zeer enkele versterkte punten, feitelijk
geheel open zouden liggen voor een vijandelijken aanval.
Hoe grooter de waarschijnlijkheid, dat onze vloot tegenover een vijan
delijke scheepsmacht weinig zal kunnen uitrichten, des te grooter de nood
zakelijkheid de bezetting van ons gebied op andere wijze te keeren en
daarom heeft de Regeering aan de versterking van het legerluchtwapen thans
de voornaamste aandacht geschonken, niet alleen door een gestadige uit
breiding van het aantal bommenwerpers, maar evenzeer door den aanleg
van de basisterreinen, die het mogelijk zullen maken elke gewelddadige aan
randing van ons territoir dadelijk met geweld te beantwoorden.
Met het oog daarop zal de machtskern van onze weermacht door het
offensieve legerluchtwapen gevormd worden, waarmede elke aanval op
ons grondgebied, die de vloot niet heeft kunnen verhoeden, moet worden
afgewend. Daarin moet dan ook onze grootste weerstand liggen en primair
wordt dus de taak van het luchtwapen voor de verdediging van ons grond
gebied. Alles moet samenwerken om de beslissende slagen op het goede
moment te kunnen toebrengen en de bewaking en de verkenning door de
zeemacht van de vijandelijke strijdkrachten zullen het mogelijk maken de
machtskem alle gegevens te verschaffen om te juister tijd op de goede
plaats aanwezig te zijn om haar actie in te zetten. Hoe duidelijker men
zich dat concrete doel voor oogen stelt, hoe beter de samenwerking tusschen
leger en vloot in dit opzicht is, des temeer zal de verdediging van onzen
Indischen Archipel met de middelen, waarover men binnenkort kan be
schikken, veilig gesteld zijn.
Dan zullen land- en zeemacht niet meer langs elkaar werken maar zal
voor de geheele weermacht kunnen gelden, dat gearbeid wordt met ernst,
toewijding en voortvarendheid naar een wèloverwogen plan.
Red.